De jaarrekening 2021 van de gemeente moet vastgesteld worden.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale] besturen.
Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale (ing. MB 12 september 2018, art. 1, I: 1 januari 2020)] besturen.
Het besluit van de gemeenteraad van 30 december 2019 betreffende meerjarenplan 2020-2025 van het deel gemeente: vaststellen.
Het besluit van de gemeenteraad van 30 december 2019 betreffende meerjarenplan 2020-2025 van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de gemeenteraad van 13 juli 2020 betreffende aanpassing meerjarenplan 2 2020-2025 van het deel gemeente: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 13 juli 2020 betreffende aanpassing meerjarenplan 2 2020-2025 van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de gemeenteraad van 14 december 2020 betreffende aanpassing meerjarenplan 3 2020 - 2025 van het deel gemeente: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 14 december 2020 betreffende aanpassing meerjarenplan 3 2020 - 2025 van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de gemeenteraad van 5 juli 2021 betreffende aanpassing meerjarenplan 4 2020-2025 van het deel gemeente: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 5 juli 2021 betreffende aanpassing meerjarenplan 4 2020-2025 van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de gemeenteraad van 6 december 2021 betreffende aanpassing meerjarenplan 5 2020 - 2025 van het deel gemeente: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 6 december 2021 betreffende aanpassing meerjarenplan 5 2020 - 2025 van het deel OCMW: goedkeuren.
Gunstig advies van het managementteam van 13 mei 2022.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur reikt oplossingen aan om een echt geïntegreerd lokaal sociaal beleid mogelijk te maken, met respect voor de verschillende rechtspersonen, die erbij betrokken zijn.
Daaruit volgt dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) een gezamelijke (geconsolideerde) jaarrekening opmaken, dat door beide raden wordt vastgesteld.
Op die manier kan een geïntegreerd lokaal sociaal beleid maximaal worden gerealiseerd: beide rechtspersonen hebben samen één doelstellingenboom, waarbij de doelstellingen van het OCMW en die van de gemeente vervlochten zijn.
De gemeente en haar OCMW vormen samen 1 rapporteringsentiteit en maken één geïntegreerde jaarrekening. Daarin wordt de financiële toestand van die twee besturen als één geheel gepresenteerd en beoordeeld.
Omdat elke afzonderlijke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in de geconsolideerd jaarrekening een duidelijk onderscheid bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met de realisatie van de kredieten (schema J3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart worden opgenomen.
De gemeentelijke bijdrage voor het OCMW is niet meer opgenomen in het meerjarenplan. De gemeente moet wel zorgen dat het OCMW haar financiële verplichtingen kan nakomen. Dit heeft als gevolgd dat de tussenkomst van de gemeente in het kader van het thesauriebeheer van het OCMW niet gebudgetteerd wordt, maar wel jaarlijks geboekt wordt in de resultaatverwerking bij de jaarrekening. De gemeente verleent een tussenkomst in het boekhoudkundig tekort van basis van het budgettair resultaat van het boekjaar van het OCMW.
De jaarrekening wordt vastgesteld voor 30 juni van het boekjaar volgend op het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft.
Die besluitvorming kan het best als volgt verlopen:
• de raad voor maatschappelijk welzijn stelt eerst zijn deel van de gezamenlijke jaarrekening vast;
• de gemeenteraad stelt vervolgens zijn deel van de gezamenlijke jaarrekening vast;
• de gemeenteraad keurt ten slotte het deel goed dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld en stelt zo de gezamenlijke jaarrekening van de gemeente en het OCMW definitief vast.
Het ontwerp van geconsolideerde jaarrekening bevat volgende documenten:
Toelichting van de heer Joris Defour, waarnemend financieel directeur.
Artikel 1
De jaarrekening voor het boekjaar 2021 van het deel van de wordt gemeente samen met de verplichte bijlagen vastgesteld.
De financiële toestand van de jaarrekening voor het boekjaar 2021 van het deel van de gemeente is als volgt:
Het budgettair resultaat van het boekjaar van het deel van de gemeente bedraagt 1 247 440 euro.
Het gecumuleerd budgettair resultaat van het vorig boekjaar van het deel van de gemeente bedraagt 6 070 905 euro.
Het gecumuleerd budgettair resultaat van het deel de gemeente bedraagt 7 318 345 euro.
Er zijn geen onbeschikbare reserves bij het deel van de gemeente.
Het beschikbaar budgettair resultaat van het deel van de gemeente bedraagt 7 318 345 euro.
De autofinancieringsmarge van het deel van de gemeente bedraagt 2 218 872 euro.
De gecorrigeerde autofinancieringsmarge van het deel van de gemeente bedraagt 2 453 952 euro
Artikel 2
De financiële toestand van de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar 2021 is als volgt:
Het geconsolideerd budgettair resultaat van het boekjaar bedraagt 641 728 euro.
Het geconsolideerd gecumuleerd budgettair resultaat van het vorig boekjaar bedraagt 8 986 558 euro.
Het geconsolideerd gecumuleerd budgettair resultaat bedraagt 9 628 286 euro.
Er zijn geen onbeschikbare reserves.
Het geconsolideerd beschikbaar budgettair resultaat bedraagt 9 628 286 euro.
De geconsolideerd autofinancieringsmarge bedraagt 1 793 388 euro.
De geconsolideerde gecorrigeerde autofinancieringsmarge bedraagt 1 948 641 euro.
Artikel 3
De geconsolideerde balans voor het boekjaar 2021 wordt vastgesteld.
Het geconsolideerde balanstotaal bedraagt 58 821 186 euro.
Artikel 4
De geconsolideerde staat van opbrengsten en kosten voor het boekjaar 2021 wordt vastgesteld.
Het operationeel overschot bedraagt 720 885 euro.
Het financieel overschot bedraagt 741 774 euro.
Het overschot van het boekjaar bedraagt 1 462 659 euro.
Artikel 5
De gemeente verleent een tussenkomst in het boekhoudkundig tekort van basis van het budgettair resultaat van het boekjaar van het OCMW, voor 2021 betekent dit: 605 712 euro.