De notulen van de vorige vergadering zijn ter beschikking van de gemeenteraadsleden. Zij kunnen er kennis van nemen via eNotulen. Het verslag van de vorige raad ligt telkens ter goedkeuring voor.
Elk raadslid heet het recht tijdens de zitting opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen aangepast. Als er geen opmerkingen zijn, beschouwt men de notulen als goedgekeurd en worden ze door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur ondertekend.
- de omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende het bestuurlijk toezicht en de bekendmakingsplicht in het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het Provinciedecreet van 9 december 2005
- het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, meer bepaald artikel 32
- het huishoudelijk reglement voor de gemeenteraad
- verslag vorige zitting
Het verslag van de vorige vergadering wordt goedgekeurd.
De jaarrekening voor het dienstjaar 2023 van de kerkfabriek Sint-Germanus Egem wordt voorgelegd voor advies.
Het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten en de latere wijzigingen.
Gezien de jaarrekening van de kerkfabriek St.-Germanus voor het dienstjaar 2023, vastgesteld door de kerkraad in de zitting van 11/01/2024.
Gezien de gemeente Pittem is tussengekomen bij de exploitatie voor € 18.989,65 en bij de investeringen voor € 0,00.
Gezien de voorgelegde jaarrekening sluit voor de exploitatie met een batig saldo van € 16.136,05 en voor de investeringen met een saldo van € 0.
Gunstig advies wordt verleend aan de voorgelegde jaarrekening voor het dienstjaar 2023 van de kerkfabriek Sint-Germanus Egem waarbij deze sluit voor de exploitatie met een batig saldo van € 16.136,05 en voor de investeringen met een saldo van € 0.
De jaarrekening voor het dienstjaar 2023 van de kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw Pittem wordt voorgelegd voor advies.
Het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten en de latere wijzigingen.
Gezien de jaarrekening van de kerkfabriek O.L. Vrouw Pittem voor het dienstjaar 2023, vastgesteld door de kerkraad in de zitting van 04/03/2024.
Gezien de gemeente Pittem is tussengekomen bij de exploitatie voor € 22.094,81 en bij de investeringen voor € 0,00.
Gezien de voorgelegde jaarrekening sluit voor de exploitatie met een batig saldo van € 39.120,31 en voor de investeringen met een saldo van € 0.
Gunstig advies wordt verleend aan de voorgelegde jaarrekening voor het dienstjaar 2023 van de kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw Pittem waarbij deze sluit voor de exploitatie met een batig saldo van € 39.120,31 en voor de investeringen met een saldo van € 0.
Doelstelling in 4 ruimtelijke luiken
Vertrekkend vanuit een visie van kernversterking voor Pittem waarin rekening gehouden wordt met zoveel mogelijk diverse thema’s, zullen in voorliggend RUP vooral uitspraken gedaan worden over volgende aspecten:
• Erfgoed
• Meergezinswoningen | projectzones
• Eengezinswoningen
• Ruimtelijke kwaliteit
Erfgoed
“Terugkeren naar die structuur en logica die het dorp vormde en eigenheid gaf, laat toe dit krachtig in te zetten als basis voor toekomstige ontwikkeling en identiteitsvorming. Een strategie voor het dorp dient te vertrekken van een respect voor de lokale geschiedenis van het dorp. Dit laat toe een negatieve perceptie om te buigen naar trots en zelfbewustzijn over het dorp als gedeelde leefomgeving. Die (h)erkenning van de karakteriserende dorpsstructuur (met bijhorende beeldbepalende panden, historische gebouwen en betekenisvolle plekken) moet niet louter gezien worden als een terugkeer naar vervlogen tijden en dorpstradities, maar als een tool die kan ingezet worden voor een eigentijdse dorpse innovatie als perspectief voor kernversterking én vernieuwing. Het vormt het vertrekpunt voor het uitbouwen van de identiteit van het dorp.”
(Maat-ontwerpers (2017), Ontwerpend onderzoek naar kernversterking in Vlaanderen, uitgevoerd in opdracht van Ruimte Vlaanderen.)
Vandaar dat een waarderingsoefening van het aanwezige erfgoed gemaakt zal worden om gepaste beschermings- of instandhoudingmaatregelen te verankeren in het RUP.
Als uitgangspunt wordt de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed gehanteerd. WVI stelde in dit verband een waarderingscategorisering voor waarbij aan ieder relict op de inventaris van het bouwkundig erfgoed binnen de plancontour een letter werd toegekend:
A: Zeer waardevol erfgoed
B: Waardevol erfgoed
C: Gebouw met erfgoedwaarden
D: Gebouw zonder bijzondere erfgoedwaarden
Meergezinswoningen/projectzones
Momenteel zetten steeds meer dorpsbesturen in op het opmaken van een duidelijk kader om ongewenste ontwikkelingen te vermijden en gewenste ontwikkelingen te sturen. Beeldkwaliteitsplannen, verordeningen, bestemmingsplannen met duidelijke regels helpen om de kwaliteiten van het dorp vast te houden en ze verder aan te scherpen. Ze versterken goed wat al aanwezig is en hoe dit beter in de verf gezet kan worden.
Ze onderbouwen en beschermen de identiteit van de dorpskern. Binnen het RUP worden zones aangeduid waar bijkomende meergezinswoningen nog gewenst zijn.
Projectzones zijn grotere zones binnen de dorpskern die een sterk potentiëel hebben om in te zetten op een kwalitatieve dorpskernvernieuwing. Daarom kunnen
‘projectzones’ een oplossing bieden om op strategische plaatsen van een zekere schaalgrootte, minder specifieke bouwregels vast te leggen maar krijtlijnen i.v.m. welke meerwaarde of kwaliteiten zeker moeten aanwezig zijn. Op die manier kan het beoogde bouwprogramma in een projectzone eventueel compact of denser worden toegelaten zolang er een ruimtelijke meerwaarde (voor de rest van de kern) mee samengaat zoals bv. een kwalitatieve publieke groenzone, het inrichten van een nuttige trage weg die past binnen het trage wegennetwerk, een landschappelijke meerwaarde creëren door landschapsontwikkeling of het vrijwaren van doorzichten, ... Het beoogde bouw-
programma kan dan bestaan uit meergezinswoningen maar ook eengezinswoningen en nieuwe woonvormen
Eengezinswoningen
Als er binnen het RUP zones worden afgebakend waar meergezinswoningen wenselijk zijn wil dit ook zeggen dat de andere zones enkel eengezinswoningen kunnen omvatten (naast bestaande meergezinswoningen). Binnen het RUP wordt eveneens bekeken of er hier toch op kwalitatieve wijze aan verdichting kan gedaan worden. Binnen het RUP wordt er dan hoofdzakelijk aandacht besteed naar het opsplitsen van percelen, nieuwe woonvormen (in de vorm van eengezinswoning),... . Het kan per slot van rekening
niet de bedoeling zijn om meergezinswoningen uit te sluiten op bepaalde plaatsen terwijl al die ruimte maximaal wordt dicht gebouwd met verkeersproblemen, te kort aan groen,... als gevolg.
Ruimtelijke kwaliteit
Straten met een aaneengesloten gevelbeeld putten hun ruimtelijke kwaliteit voornamelijk uit de harmonie van de gebouwen onderling. De harmoniekenmerken in een aaneengesloten straatbeeld worden hoofdzakelijk bepaald door de bebouwing. Kenmerken kunnen onder meer betrekking hebben op de volumetrie (de voorbouwlijn, de kroonlijsthoogte, de nokhoogte, de dakhelling ...), de verschijningsvorm (materialisatie, horizontale en verticale geleding ...) en het ritme van de gebouwen in de straat (korrel, typologie, schakeling ... ).
Straten met een open gevelbeeld putten hun ruimtelijke samenhang voornamelijk uit de ritmiek van de gebouwen en de kwaliteit van de tuinzones. De harmoniekenmerken kunnen onder meer betrekking hebben op het ritme van de gebouwen in de straat (tussenafstand, korrel, typologie, schakeling ...) en het groene karakter van de tuinen (hagen, bomen ...).
Afbakening
Het plangebied heeft een oppervlakte van 78ha 14a 06 ca. Algemeen gesteld komt het plangebied overeen met wat ruimtelijk als het centrum van Pittem kan worden
opgevat. Zie bijlagen voor de exacte contouren.
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en latere wijzigingen.
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.
Strategische visie Beleidsplan Ruimte Vlaanderen.
Provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen.
Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan dat door de Bestendige Deputatie werd goedgekeurd op 4 november 2008 (publicatie B.S. 25 november 2008).
A/ Betreffende erfgoed worden de aspecten voor de beoordeling van erfgoed in 4 koepelbegrippen gevat, namelijk:
* De erfgoedwaarden zijn waarden die aan het relict op zich worden toegekend. Ze worden bepaald door een afweging van verschillende waarden en selectiecriteria die de culturele en/of historische betekenis van het relict duiden (o.a. archeologische, architecturale, artistieke, culturele, esthetische, historische, industrieel-archeologische, ...
waarden en zeldzaamheid, gaafheid, representativiteit, herkenbaarheid,... als criteria). Deze erfgoedwaarden worden voornamelijk bepaald op basis van kenmerken van het relict op zich en zijn historische context.
● De gebruikswaarde heeft betrekking op de mate waarin het relict aan actuele gebruiksvragen kan beantwoorden (programma’s, activiteiten, infrastructuren, verwachtingen met betrekking tot comfort,...).
● De locuswaarde komt overeen met de mate waarin een relict de grotere ruimtelijke structuur ondersteunt of een bepalend deel is van een groter kwalitatief geheel (gebouwenensemble, erfgoedgeheel, consistent straatbeeld, etc.). Deze waarde moet noodzakelijk in relatie met de omgeving worden geëvalueerd.
● De belevingswaarde wordt bepaald door de mate waarin een relict, geheel of landschap een waardevol beeld biedt. Maar ook door de wijze waarop het relict, geheel of landschap als een beeld wordt ervaren.
Zo komt men tot 4 categorieën (nl. categorie A: zeer waardevol erfgoed, categorie B: waardevol erfgoed, categorie C: gebouw met erfgoedwaarden, categorie: gebouw zonder bijzondere erfgoedwaarden) waarbij per categorie (behalve bij categorie D) bindende voorschriften worden opgemaakt.
B/ Meergezinswoningen/projectzones
Bij de opstart van onderhavige studie werd er vanuit gegaan dat er een zone zou aangeduid worden waar bijkomende meergezinswoningen toegelaten zouden kunnen worden. De voorgestelde zone in de startnota was de huidige kernbebouwing, in grote lijnen tussen het rondpunt Stationsstraat - Joos de ter Beerstlaan en de as Markt - Verbieststraat. Dit werd aangepast na verdere studie. Om de nodige ruimtelijke kwaliteit te kunnen verzekeren bij toekomstige meergezinswoningen is er namelijk ruimte noodzakelijk, ruimte die momenteel niet aanwezig is in de huidige kernbebouwing (overwegend volgebouwd, meerdere kleinere percelen en verschillende eigenaars,...). Het betreft ruimte voor groenvoorzieningen, parkeerruimte,... Uiteindelijk zijn een 6-tal projectzones weerhouden.
Voor al de projectzones dienen een aantal basisinrichtingsvoorwaarden gevolgd te worden om het beoogde kwalitatieve resultaat om enkel meergezinswoningen nog toe te laten te realiseren:
- ● Op het grafische plan van onderhavig RUP worden de projectzones afgebakend. Om te voorkomen dat het gebied fragmentarisch zonder een visie op het geheel wordt gerealiseerd (verdelen lusten en lasten), dient telkens een visie voor minstens de oppervlakte van de projectzone worden opgemaakt. Gefaseerd uitwerken van die globale
inrichtingsstudie moet uiteraard nog wel kunnen. De oppervlakte van een projectzone aangeduid binnen dit RUP mag altijd worden uitgebreid met aanpalende percelen.
- ● Binnen een projectzone moet minimum 30% aaneengesloten functionele groene ruimte worden ingepast. Dit wordt opgetrokken tot de helft van de oppervlakte van de projectzone indien enkel meergezinswoningen worden voorzien. M.a.w. dient het aaneengesloten groen te zijn en kan het niet zijn dat de optelsom van telkens wat restgroen die 30% wordt gehaald. Dit groenpercentage is noodzakelijk om een woonontwikkeling te realiseren die wordt omkaderd in een groene omgeving.
● Er dienen voldoende faciliteiten voor fietsers en voetgangers voorzien te worden zodat het stallen van een fiets geen obstakel vormt. Fietsen moeten overdekt kunnen geplaatst worden.
● Parkeren van voertuigen dient maximaal gemeenschappelijk te worden georganiseerd: verplicht voor meergezinswoningen, aanbevolen voor eengezinswoningen. Voor meergezinswoningen zijn autostandplaatsen verplicht ondergronds of half ondergronds, onder of in het verlengde van het hoofdvolume van de meergezinswoning. De
autostandplaatsen voor eengezinswoningen en bezoekersparkeren (ook die van meergezinswoningen) zijn bij voorkeur in open lucht. Afgesloten garageboxen zijn m.a.w. niet wenselijk omdat deze overwegend gebruikt worden voor de opslag van materiaal en niet voor een auto die dan op het openbaar domein ruimte inneemt. De parkings in open lucht moeten zo groen mogelijk worden ingebed.
Bovendien moeten de binnengebieden maximaal gevrijwaard worden van gemotoriseerd verkeer. M.a.w. moet het kunnen om boodschappen tot voor de voordeur te brengen op een toegangsweg die ruimtelijk zo weinig mogelijk impact heeft (bvb. karrespoor) maar het parkeren dient gemeenschappelijk aan de buitenrand, ondergeschikt aan de
woonbeleving bij eengezinswoningen (contact privaat - openbaar domein), ondergronds en/of halfondergronds te gebeuren.
● Binnen de projectzones zijn dus zowel één- als meergezinswoningen toegelaten maar ook nieuwe woonvormen 6 . De architectuur dient wel een éénheid te vormen en dienen allen zo duurzaam mogelijk worden ingepast én gerealiseerd.
● Ook het aspect waterbeheersing is een zeer belangrijk item. Enerzijds dient de verhardings- en bebouwingsoppervlakte beperkt te worden (o.a. al door het niet voorzien van teveel rijwegen en individuele parkeerplaatsen met telkens de nodige maneuvreerruimte). Anderzijds kan - bijvoorbeeld de groene ruimte - zo worden ingericht (vormgeving,
juiste gebruik beplanting,...) dat water geïntegreerd wordt in het geheel, bijvoorbeeld als spelelement of visueel met aangepaste beplanting.
Eengezinswoningen
Zoals in het vorige hoofdstuk beschreven worden er enkel nog nieuwe meergezinswoningen voorzien in de projectzones. M.a.w. elders in het plangebied zijn enkel nog eengezinswoningen toegelaten. Om te vermijden dat buiten de projectzones al de percelen worden opgesplitst, wordt binnen dit RUP hieromtrent ook een uitspraak gedaan. Er dient verhinderd te worden dat bestaande percelen tot kleine percelen met eengezinswoningen worden omgevormd en dat uiteindelijk de verhardingsgraad van deze percelen uiteindelijk wordt wat net met de meergezinswoningen niet gewenst is.
* opsplitsen van percelen
Het plangebied werd volledig gescand en nagegaan welke minimum perceeloppervlakte dient te worden gerespecteerd om een woongelegenheid te voorzien. Het besluit / afweging van de screening heeft het volgende geresulteerd:
● De perceeloppervlakte van het op te splitsen perceel i.f.v. bijkomende woongelegenheden voor eengezinswoningen dient minimum 800m² bedragen.
● De rooilijnbreedte van het op te splitsen perceel dien minimum 20m te meten. Bij een hoekperceel worden de rooilijnen van beide straatdelen opgeteld.
● Het maximum aantal resulterende percelen wordt bepaald door volgende formule: oppervlakte op te splitsen perceel / 400m² = maximum aantal resulterende percelen (achter komma altijd naar beneden afronden).
● Elk resulterend perceel een perceeloppervlakte heeft van minimum 400m² voor de woningtypologieën open en halfopen en minimum 350m² voor gesloten bebouwing.
● Elk resulterend perceel dient m.b.t. woningtypologie:
● Elk resulterend perceel I.f.v. open woningtypologie een minimum rooilijnbreedte heeft van 15m.
● Elk resulterend perceel I.f.v. halfopen woningtypologie een minimum rooilijnbreedte heeft van 12m.
● Elk resulterend perceel I.f.v. gesloten woningtypologie een minimum rooilijnbreedte heeft van 8m.
* nieuwe woonvormen
Nieuwe woonvormen’ is een verzamelterm voor alle manieren waarop anders kan gewoond worden, bestaande uit twee stromen:
● Gemeenschappelijk wonen: Gemeenschappelijk wonen of samenhuizen is bijvoorbeeld woningdelen, cohousing, woningdelen, kangoeroewonen, zorgwonen,...
● Kleinschalig wonen: Kleinschalig wonen is bijvoorbeeld een 1 slaapkamer of studiomodel en tiny houses. Het gaat vaak om verplaatsbare constructies, die modulair, uitbreidbaar of stapelbaar zijn.
Om in te spelen op die nieuwe woonvormen worden in heel het plangebied nieuwe woonvormen toegelaten.Maar omdat die dus afwijken van de klassieke woonvormen en vooral omdat ze zeer verschillend kunnen zijn wordt er voorgesteld dat er bij een omgevingsaanvraag telkens een inrichtingsstudie dient te worden opgemaakt, gelijkaardig wat er voor de projectzones wordt gevraagd.
Ruimtelijke kwaliteit
In voorgaande hoofdstukken is het duidelijk gemaakt welke woonvormen waar al dan niet gewenst zijn binnen het plangebied. Naar bouwhoogte, bouwdiepte,... wordt er geen uitspraak gedaan maar wordt er gericht op de harmonie (harmonieregel) dat het nieuwe gebouw heeft met haar omgeving (referentiebeeld). Dit wordt eveneens vrij ter interpretatie open gelaten. Bijvoorbeeld wordt in eerste instantie verwacht van de invulling van een vrijliggend perceel in een omgeving met gesloten bebouwing, tegen de rooilijn aangebouwd, twee bouwlagen met een hellend dak,... dat hier een gelijkaardig bouwvolume komt. Maar het zou ook kunnen dat op een bepaalde locatie na afweging
het mogelijk moet zijn om een nieuw volume te voorzien dat totaal anders is dan de omgeving maar toch in perfectie harmonie is met de bestaande bebouwing.
Vooral m.b.t. de inpassing van de nieuwe woonvormen kan hier op gevarieerd worden.
M.a.w. is harmonie en referentie met de omgeving overal noodzakelijk. Maar toch wordt er specifiek naar de gesloten bebouwingsvorm aandacht geschonken aan de gevelritmering in de huidige kernbebouwing (in grote lijnen tussen het rondpunt Stationsstraat - Joos de ter Beerstlaan en de as Markt - Verbieststraat). Hier dient enerzijds de ritmiek van de historische perceelsstrucuur gevolgd te worden (gevelbreedte) en anderzijds dient er harmonie in de verticale gevelritmiek te worden voorzien gevelgeleding). In de huidige kernbebouwing zijn de meeste bestaande meergezinswoningen aanwezig. Zoals in voorgaande hoofstukken beschreven worden er hier geen bijkomende meergezinswoningen meer voorzien maar mogen de bestaande wel blijven. Als deze worden gerenoveerd moet er aandacht zijn m.b.t. de gevelritmering.
Het meest opmerkelijke principe in de tendens van schaalvergroting bij bouwprojecten in een dorpse context is de horizontaliteit van veel nieuwbouwprojecten.
Ze doorbreken het verticale ruimte en zo ook de dorpse uitstraling van de straatwand. Dit kan vermeden worden door het opdelen van brede gevels in kleinere
onderdelen die van elkaar verschillen.
Zie ook voorbeelden in de bijlagen.
Opheffen BPA's/verkavelingen
Ten gevolge van dit ruimtelijk uitvoeringsplan worden de bestaande bijzondere plannen van aanleg "Oostbuurt" (goedgekeurd op 26/06/2006), "Kerkstraat" (goedgekeurd op 27/11/1950) en "Centrum Noord Pittem" (goedgekeurd op 30/091968) opgeheven, dit voor de percelen die zich binnen de contouren van het nieuwe RUP bevinden. Het gaat om BPA's die allen ouder zijn dan 15 jaar waarbij men nu al uitgebreid kan van afwijken volgens recente wetgeving.
Tevens worden de volgende verkavelingen opgeheven omdat ze strijdig zijn met het nieuwe ruimtelijk uitvoeringsplan omtrent volgende voorschriften:
- ofwel voorschriften voorzien die meergezinswoningen toelaten
- en/of percelen die groter zijn dan 800 m² en of deze op dezelfde wijze kunnen gesplitst worden.
De ontheffing van de opmaak van een plan-MER is goedgekeurd op 01/03/2024.
De plenaire vergadering vond plaats op 09/02/2024.
Het CBS besliste op 18 oktober 2017 om WVI aan te stellen als ontwerper voor de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) ruimtelijke kwaliteit centrum Pittem, dit mits de prijs van 36.940 euro exclusief BTW.
Artikel 1
De gemeenteraad aanvaardt het ontwerp van het ruimtelijk uitvoeringsplan Ruimtelijke kwaliteit centrum Pittem
Het voorgelegde ontwerp bestaat uit :
Artikel 2
Na de voorlopige vaststelling wordt het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan onmiddellijk opgestuurd naar de deputatie van de provincie waarin de gemeente ligt, naar het departement en naar de Vlaamse Regering.
Het college van burgemeester en schepenen onderwerpt het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan samen met het ontwerp van de effectbeoordelingsrapporten aan een openbaar onderzoek dat binnen dertig dagen na de voorlopige vaststelling, vermeld in paragraaf 1, minstens wordt aangekondigd door een bericht in het Belgisch Staatsblad. Die termijn is een termijn van orde.
Na de aankondiging worden het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en het ontwerp van de effectbeoordelingsrapporten gedurende zestig dagen ter inzage gelegd in het gemeentehuis en worden de ontwerpen gepubliceerd op onder meer de website en het gemeentelijk infoblad, zoals gespecificeerd door het college van burgemeester en schepenen. Voor zover de effectbeoordelingsrapporten geheel of gedeeltelijk het grondgebied van andere gemeenten bestrijken worden het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en het ontwerp van de effectbeoordelingsrapporten tevens ter inzage gelegd in die gemeentehuizen.
Het openbaar onderzoek start uiterlijk op de dertigste dag nadat de aankondiging ervan in het Belgisch Staatsblad verschenen is. Die termijn is een termijn van orde.
Om een eenduidiger wegbeeld te bekomen, alsook om de verkeersveiligheid voor alle weggebruikers ter hoogte van Egem Kapel te bevorderen, wordt op de N50 / Brugsesteenweg, ten noorden van het kruispunt met de Kasteeldreef het snelheidsregime van 50 km/u uitgebreid tot net voorbij Brugsesteenweg huisnr. 203 (ter hoogte van het begin van de linksafslagstrook).
De verkeersregelgeving
De specifieke regelgeving i.v.m. de aanvullende reglementen
Goedkeuring van de uitbreiding van het snelheidsregime van 50 km/u op de Brugsesteenweg in de Provinciale Commissie Verkeersveiligheid.
Dit aanvullend verkeersreglement heeft betrekking op een gewestweg.
Om een eenduidiger wegbeeld te bekomen, alsook om de verkeersveiligheid voor alle weggebruikers ter hoogte van Egem Kapel te bevorderen, wordt op de N50 / Brugsesteenweg, ten noorden van het kruispunt met de Kasteeldreef het snelheidsregime van 50 km/u uitgebreid tot net voorbij Brugsesteenweg huisnr. 203 (ter hoogte van het begin van de linksafslagstrook).
Deze ingreep is ook nodig in functie van de plaatsing van een snelheidscamera door het Agentschap Wegen en Verkeer op deze locatie (Brugsesteenweg 220, kpmt 81,72), flitsrichting beide rijrichtingen. Voor het bepalen van deze opstellingsplaats werd rekening gehouden met het aantal verkeersongevallen waar het negeren van de maximum toegelaten snelheid een belangrijke oorzaak is.
Artikel 1
Het snelheidsregime van 50 km/u op de Brugsesteenweg / N50 wordt uitegebreid tot voorbij huisnr. 203 (t.h.v. het begin van de linksafslagstrook).
Artikel 2
Dit wordt op terrein gesignaleerd door:
Artikel 3
De plaatsing en het onderhoud van de signalisatie zijn ten laste van de wegbeheerder (AWV). Tekens die strijdig zijn met de beschikkingen van onderhavig reglement moeten onmiddellijk verwijderd worden.
Artikel 4
Onderhavig reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de Afdeling Beleid, Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Departement van Mobiliteit en Openbare Werken, Vlaamse Overheid, Koning Albert II-laan 20 bus 2, 1000 Brussel.
De gemeente wil uitvoering geven aan de visie uit het lokaal mobiliteitsplan m.b.t. het weren van doorgaand verkeer in het centrum van Pittem.
De verkeersregelgeving
De specifieke regelgeving i.v.m. de aanvullende reglementen
Dit aanvullend verkeersreglement heeft betrekking op gewestwegen.
Naar aanleiding van de uitvoering van het recent herziende mobiliteitsplan van de gemeente (definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 03 juli 2023), wordt de Tieltstraat / N35e geknipt t.h.v. het kruispunt met de N37. Dit in functie van het weren van doorgaand gemotoriseerd verkeer in het centrum van Pittem (richting Koolskamp). Het fietspad langs de Tieltstraat / N35e blijft toegankelijk voor voetgangers, fietsers, speed pedelecs en bromfietsen klasse A. Het invoeren van de knip vereist tevens een aantal aanpassingen op het kruispunt Vijfstraat x N37.
Artikel 1
In functie van meer ruimte voor het indraaien van gelede bussen komende van de N37 (kant Tielt) wordt op het kruispunt Vijfstraat x N37, in de Vijfstraat komende vanuit Pittem-centrum de linksafslagstrook verwijderd. In plaats komt op de rijweg in de Vijfstraat een voorsorteerpijl type E’. Verder wordt de huidige opgeblazen fietsopstelstrook in breedte verminderd.
Artikel 2
Ter hoogte van de Kromte (kruispunt N35e / Tieltstraat x N37 / Ringlaan Robert De Paepe) wordt de N35e / Tieltstraat afgesloten door reflecterende paaltjes te voorzien en de verdrijvingsmarkering door te trekken over de lengte van de aansluiting van de N35e.
Een aantal meter verder in de Tieltstraat / N35e worden betonnen New Jerseys voorzien.
Artikel 3
De plaatsing en het onderhoud van de signalisatie zijn ten laste van de wegbeheerder (AWV). Tekens die strijdig zijn met de beschikkingen van onderhavig reglement moeten onmiddellijk verwijderd worden.
Artikel 4
Onderhavig reglement wordt ter goedkeuring overgemaakt aan de Afdeling Beleid, Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Departement van Mobiliteit en Openbare Werken, Vlaamse Overheid, Koning Albert II-laan 20 bus 2, 1000 Brussel.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 143.000,00 niet).
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
In het kader van de opdracht “Maaien wegbermen volgens bermdecreet - dienstjaar 2024” werd een bestek met nr. OO-1464 opgesteld door de technische dienst.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 66.000,00 excl. btw of € 79.860,00 incl. 21% btw.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in 2024/ACT-892/0200-00/6103510/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN - Prestaties van derden voor wegen en waterlopen (riolen, bermen, ov, …) – beschikbaar krediet: € 99.000.
Artikel 1 :
Het bestek met nr. OO-1464 en de raming voor de opdracht “Maaien wegbermen volgens bermdecreet - dienstjaar 2024”, opgesteld door de technische dienst worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 66.000,00 excl. btw of € 79.860,00 incl. 21% btw.
Artikel 2 :
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Artikel 3 :
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in 2024/ACT-892/0200-00/6103510/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN - Prestaties van derden voor wegen en waterlopen (riolen, bermen, ov, …) – beschikbaar krediet: € 99.000.
Gemeente Pittem was tot eind 2023 lid van het Stadlandschap West-Vlaamse hart. Dit samenwerkingsverband bracht de provincie West-Vlaanderen, de 17 gemeenten van de arrondissementen Roeselare en Tielt, middenveldorganisaties en inwoners samen om in overleg een wervend verhaal voor het West-Vlaamse hart te schrijven en uit te voeren.
Tussen de partners werden er afspraken gemaakt rond de werking en de financiering van het Stadlandschap West-Vlaamse hart:
- ‘samenwerkingsovereenkomst inzake de werking van het Stad-Land-schap ’t West-Vlaamse hart’ in functie van een algemene ledenbijdrage per inwoner;
- ‘samenwerkingsovereenkomst op het vlak van promotie en ontwikkeling van kleine landschapselementen’ in functie van de gezamenlijke financiering van landschapsplannen;
- ‘afspraken rond financiële ondersteuning voor scholen wat betreft mobiele NME’ in functie van de gezamenlijke financiering van activiteiten voor scholen binnen de Voelsprieterij.
In 2023 gaven de 17 gemeenten van de arrondissementen Roeselare en Tielt en de provincie West-Vlaanderen de goedkeuring voor de oprichting van en toetreding tot RLWVH vzw. De vzw werd opgericht op 7 april 2023 (publicatie Belgisch Staatsblad ). De concrete werking van het RLWVH ging van start op 14 december 2023 met de eerste Algemene Vergadering.
Deze overeenkomst tussen de gemeente Pittem en het RLWVH vervangt de overeenkomsten en afspraken met het Stadlandschap West-Vlaamse Hart.
- wetboek van vennootschappen en verenigingen van 23 maart 2019;
- artikel 54 van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu;
- het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 41, eerste lid, 4°;
- publicatie van de oprichtingsakte Regionaal Landschap West-Vlaamse hart vzw in het Belgisch Staatsblad op 7 april 2023.
De gemeenteraad keurde de toetreding tot het Regionaal Landschap West-Vlaamse Hart vzw goed op 04 september 2023.
De samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en het RLWVH vervangt de overeenkomsten en afspraken met het Stadlandschap West-Vlaamse Hart.
Het engagement van de gemeente binnen deze samenwerkingsovereenkomst met het Regionaal Landschap West-Vlaamse Hart (zowel inhoudelijk als financieel) wijzigt niet ten opzichte van de afspraken met het Stadlandschap West-Vlaamse hart.
Het RLWVH vraagt met deze nieuwe samenwerkingsovereenkomst geen bijkomende inhoudelijke of financiële inspanningen.
Artikel 1.
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst met het Regionaal Landschap West-Vlaamse Hart vzw goed.
Artikel 2.
Dit besluit treedt in werking op 08 april 2024.
Op 12 mei 2023 verleende de Vlaamse regering een definitieve goedkeuring aan een aantal wijzigingen aan het Vlaams Reglement voor duurzaam beheer van Materialenkringlopen en Afvalstoffen (Vlarema), waarbij de regelgeving rond het gebruik van herbruikbare bekers en cateringmateriaal terug uitgebreid w
Vanaf 15 juni 2023 is het serveren van drank in recipiënten voor eenmalig gebruik bij evenementen verboden, met uitzondering van petflessen en blikjes als de eventorganisator daarvoor in een systeem voorziet dat garandeert dat minstens 95% van die eenmalige recipiënten gescheiden wordt ingezameld voor recyclage.
Vanaf 1 januari 2025 is het serveren van drank in recipiënten voor eenmalig gebruik bij evenementen volledig verboden.
Bij het gebruik van herbruikbare recipiënten en herbruikbaar cateringmateriaal, met uitzondering van recipiënten uit glas en porselein, is het verplicht om in een systeem te voorzien dat garandeert dat minstens 90% van deze recipiënten en dit cateringmateriaal wordt ingezameld voor hergebruik. Bij evenementen is dit de verantwoordelijkheid van de eventorganisator.
Om verenigingen en horeca te ondersteunen bij het overschakelen naar herbruikbare bekers en cateringmateriaal , voorziet het gemeentebestuur tot en met 01 december 2024 subsidies. De subsidie bedraagt maximum 250 euro per jaar en maximum 50% van de kosten. Op die manier kan men zelf op de private markt naar eigen wens materiaal aankopen of huren.
De regelgeving werd op Vlaamse niveau uitgerold sinds 1 januari 2020 en in 2023 verstrengd, met uitdovende uitzonderingsbepalingen. Om verenigingen en organisatoren die voorheen al met eigen middelen investeerden in het naleven van de verplichtingen niet te benadelen, kan de subsidie retro-actief nog aangevraagd worden vanaf factuurdatum 01 januari 2020 mits het voorleggen van de nodige bewijsstukken.
Artikel 1. Doelstelling
Het gemeentebestuur van Pittem zet met dit subsidiereglement in op duurzame lokale evenementen. Op deze manier wordt het gebruik van herbruikbare bekers en cateringmateriaal gestimuleerd en wordt de afvalberg tot het minimum herleid. Door deze subsidie krijgen lokale verenigingen en horecazaken een nieuwe kans op ondersteuning.
Artikel 2. Definities
Artikel 3. Voorwaarden
Deze subsidies worden verleend aan:
Artikel 4 Subsidiebedrag
Artikel 5 Procedure
Aanvraag
Voor de aanvraag tot subsidiëring gebruikt de aanvrager het daartoe bestemde online formulier op de gemeentelijke website. Het reglement en het aanvraagformulier zijn beschikbaar op de gemeentelijke website.
Facturen moeten ten laatste op 15 november 2024 ingediend worden bij het gemeentebestuur. De Milieudienst beoordeelt de ontvankelijkheid en correctheid van de aanvraag en berekent vervolgens het subsidiebedrag per aanvrager.
Beslissing
De concrete toekenning van de subsidies wordt na advies door de milieudienst, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen.
Betaling
De betaling gebeurt uiterlijk drie maanden na ontvangst van de aanvraag. De uitbetaling gebeurt op het opgegeven rekeningnummer bij de aanvraag.
Deze subsidie belemmert het aanvragen van bijkomende subsidies niet. De aanvrager verbindt zich ertoe de gemeente via mail op de hoogte te brengen van iedere wijziging van diens post- of bankrekeningnummer.
Artikel 6. Controle en sancties
De aanvrager verklaart zich akkoord met het ter beschikking houden van alle nodige bewijsstukken. Als bewijsmateriaal geldt o.a.: affiches, flyers, folders, uitnodigingen, advertenties, programma, financiële documenten. Het Gemeentebestuur heeft het recht om alles consequent te onderzoeken.
Op elk moment kan het gemeentebestuur bijkomende informatie opvragen of controles verrichten. In geval van fraude of valse verklaringen kan het gemeentebestuur de toekenning van een subsidie schorsen, subsidies terugvorderen en de erkenning intrekken.
Artikel 7. Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking na goedkeuring door de gemeenteraad van 15 april 2024, met terugwerkende kracht vanaf 01 januari 2020. Dit subsidiereglement is geldig tot en met 1 december 2024.
Artikel 8. Beroep
De aanvrager kan bij het College van Burgemeester en Schepenen schriftelijk een gemotiveerd bezwaar indienen binnen een termijn van vier weken na de beslissing. Het bezwaar wordt door de Financieel Directeur voorgelegd aan het College dat over de verdere aanpak beslist.
Volgende variavraag werd per mail op 03/04/2024 bezorgd door Arne Min Jou:
Sterrenregister
In een artikel van KW lazen we dat al in 50 van de 64 West Vlaamse gemeentes ouders hun overleden kindjes kunnen laten opnemen in het sterrenregister, ongeacht de duurtijd van zwangerschap. Hierin staat vermeld dat dit in Pittem nog niet mogelijk is en hier ook geen plannen voor zijn. Zijn hier echt geen plannen voor, of is dit mogelijks een fout van de journalist?
Annick Debonné: het klopt inderdaad niet, we gaan wel intekenen. Binnen het huis van het kind is er een intergemeentelijke werkgroep die dit item behandelt. We gaan de opstart doen, maar het huis van het kind wil er een actie aan koppelen (bv. rouwkaartje). Het is momenteel wat zoeken, maar het digitaal register wordt in het najaar uitgerold.
Namens Gemeenteraad,
Carl Couckuyt
Algemeen directeur
Denis Fraeyman
Burgemeester-voorzitter