Terug
Gepubliceerd op 08/12/2025

Besluit  Gemeenteraad

ma 01/12/2025 - 20:30

Belastingreglement betreffende belasting op masten en pylonen voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 - goedkeuring

Aanwezig: Arne Min Jou, Voorzitter
Denis Fraeyman, Burgemeester
Annick Debonné, Chris Marreel, Heidi Lievrouw, Stijn Vandenhende, Schepenen
Greet Dewitte, Rik Gelaude, Christophe Vancoillie, Andres Vandewalle, Renzo Callant, Veronique Raedt, Sharon Van Daele, Wies Vanden Berghe, Jarne Vervaeke, Thomas De Cuypere, Gemeenteraadsleden
Carl Couckuyt, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Marijke Moerman, Gemeenteraadslid
Aanleiding

Het huidige belastingreglement op masten en pylonen loopt af op het einde van aanslagjaar 2025. Het belastingreglement dient geactualiseerd worden.

Regelgeving
  • De grondwet in het bijzonder artikel 41, 162 en 170.
  • Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
  • Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
  • De omzendbrief BB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentelijke fiscaliteit.
Context en argumentatie

De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen. Masten en pylonen verstoren het open karakter van het landschap. De aanwezigheid van masten en pylonen op het grondgebied van de gemeente Pittem heeft een substantiële invloed op de aantrekkingskracht van de gemeente als woonomgeving en recreatieve bestemming.

De belasting op masten en pylonen is dan ook vanuit dit oogpunt gerechtvaardigd.

In overeenstemming met de omzendbrief van 15 februari 2019 houdende de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit wordt een vrijstelling voorzien voor windmolens omdat een belasting op windmolens in strijd is met het Vlaamse elektriciteitsdecreet en diverse Europese richtlijnen, die bepalen dat het gebruik van hernieuwbare energiebronnen moet bevorderd worden.

Gezien de fiscale autonomie van de gemeente wordt voorgesteld om het tarief van 1 januari 2026 te wijzigen van 2.500 euro naar 3.500 euro per mast of pyloon.

Financiële impact

De ontvangst is voorzien in het meerjarenplan 2026-2031, actie ACT-6.10.1,  budgetrekening 0020-00/7360900.

Publieke stemming
Aanwezig: Arne Min Jou, Denis Fraeyman, Annick Debonné, Chris Marreel, Heidi Lievrouw, Stijn Vandenhende, Greet Dewitte, Rik Gelaude, Christophe Vancoillie, Andres Vandewalle, Renzo Callant, Veronique Raedt, Sharon Van Daele, Wies Vanden Berghe, Jarne Vervaeke, Thomas De Cuypere, Carl Couckuyt
Voorstanders: Arne Min Jou, Denis Fraeyman, Annick Debonné, Chris Marreel, Heidi Lievrouw, Stijn Vandenhende, Greet Dewitte, Rik Gelaude, Christophe Vancoillie, Andres Vandewalle, Renzo Callant, Veronique Raedt, Sharon Van Daele, Wies Vanden Berghe, Jarne Vervaeke, Thomas De Cuypere
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Artikel 1.

Voor een termijn van 6 jaar, vanaf 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031, wordt er een jaarlijkse belasting geheven op allerhande masten en pylonen geplaatst in open lucht en zichtbaar vanaf de openbare weg.

 

Voor de toepassing van het reglement dient onder begrip mast te worden verstaan een vaststaande verticale structuur die geplaatst wordt op een dak of op een andere bestaande constructie met een minimale hoogte van meer dan 17,50 meter.  Voor de toepassing van het reglement dient onder het begrip pyloon te worden verstaan een individuele en vaststaande constructie of steuntoren, die opgericht wordt op het niveau van het maaiveld en die een minimale hoogte heeft van meer dan 17,50 meter.

 

Artikel 2.

De belasting wordt vastgesteld op 3 500,00 euro per mast of pyloon. De belasting is jaarlijks en ondeelbaar. Er wordt geen vermindering of terugbetaling van de belasting toegestaan als de mast of pyloon in de loop van het jaar wordt weggenomen.

 

Artikel 3.

De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de mast of de pyloon op 1 januari van het belastingjaar.

 

Artikel 4.

Constructies voor de productie van windenergie of andere vormen van groene stroom worden vrijgesteld van de belasting op masten en pylonen.

 

Artikel 5.

De belastingplichtigen, vermeld in artikel 3,  zijn ertoe gehouden uiterlijk 1 oktober van het aanslagjaar aangifte te doen van de mast(en) en/of pylo(o)n(en) via het formulier dat de belastingplichtige van de gemeente ontvangt. Dit formulier kan ook bekomen worden via het (e-mail)adres: rekendienst@pittem.be . De belastingplichtigen, die geen formulier hebben ontvangen, zijn gehouden, uiterlijk op 1 oktober van het belastingjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen op volgend adres: Markt 1, 8740 Pittem of via volgend emailadres: rekendienst@pittem.be. Bij gebrek aan aangifte binnen de gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd. Vooraleer wordt overgegaan tot ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige per aangetekend schrijven: 1) de motieven om gebruik te maken van deze procedure, 2) de elementen, waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en 3) het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag, die volgt op de verzending van die betekening, om zijn of haar opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk om te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.

 

Artikel 6.

De ambtshalve belasting aanslag zal worden verhoogd met 20%, 50%, 100% of 200% al naar gelang het een eerste, een tweede, een derde of een vierde (en volgende) overtreding van de bepalingen inzake de aangifteverplichting betreft.

 

Artikel 7.

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 8.

De belasting moet betaald worden binnen de 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 9.

De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, hetzij per post bij het college van burgemeester en schepenen, hetzij per e-mail via rekendienst@pittem.be.  Het bezwaar moet ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Het wordt gedagtekend en ondertekend door de eiser of zijn vertegenwoordiger en vermeldt:

  • de naam, hoedanigheid, het adres of zetel van de belastingschuldige;
  • het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en de middelen.

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger, die wenst gehoord te worden moet dit uitdrukkelijk vermelden in zijn of haar bezwaar.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verzonden binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan naar enerzijds de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn of haar vertegenwoordiger en anderzijds de financieel directeur.

 

Artikel 10.

Dit belastingreglement treedt in werking op 1 januari 2026.