Terug
Gepubliceerd op 08/07/2024

Besluit  Gemeenteraad

ma 01/07/2024 - 21:00

Aanpassing meerjarenplan 10 2020-2027 van de gemeente - vaststelling

Aanwezig: Denis Fraeyman, Burgemeester-voorzitter
Chris Marreel, Stijn Vandenhende, Heidi Lievrouw, Annick Debonné, Schepenen
Bart Verhelle, Katrien De Waele, Greet Dewitte, Christophe Vancoillie, Rik Gelaude, Andres Vandewalle, Petra Ide, Jessica Vandromme, Nathalie Delmotte, Renzo Callant, Arne Min Jou, Sara Defreyne, Gemeenteraadsleden
Carl Couckuyt, Algemeen directeur
Regelgeving

Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen.

Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen.

Omzendbrief KBBJ/ABB-2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.


Context en argumentatie

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur reikt oplossingen aan om een echt geïntegreerd lokaal sociaal beleid mogelijk te maken, met respect voor de verschillende rechtspersonen, die erbij betrokken zijn. Daaruit volgt dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) een gezamenlijk meerjarenplan opstellen, dat door beide raden wordt vastgesteld.

Op die manier kan een geïntegreerd lokaal sociaal beleid maximaal worden gerealiseerd: beide rechtspersonen hebben samen één doelstellingenboom, waarbij de doelstellingen van het OCMW en die van de gemeente vervlochten zijn. Omdat de gemeente en het OCMW een geïntegreerd meerjarenplan maken, wordt het financiële evenwicht voor die twee besturen als één geheel gepresenteerd en beoordeeld.

Omdat elke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in het meerjarenplan een duidelijk onderscheid bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (schema M3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart worden opgenomen.

De vaststelling van het meerjarenplan behoort tot de voorbehouden bevoegdheden van de raad.
De gemeenten en de OCMW’s hebben een geïntegreerd meerjarenplan, maar hebben hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor het meerjarenplan definitief is vastgesteld.
De goedkeuring van de gemeenteraad is nodig omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt.

Die besluitvorming kan het best als volgt verlopen:

• de raad voor maatschappelijk welzijn stelt eerst zijn deel van het meerjarenplan vast;
• de gemeenteraad stelt vervolgens zijn deel van het meerjarenplan vast;
• de gemeenteraad keurt ten slotte het deel goed dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld.

Het ontwerp van meerjarenplan bevat volgende documenten:

  • Strategische nota
  • Financiële nota
    • Het financiële doelstellingenplan (M1);
    • De staat van het financieel evenwicht (M2);
    • De staat van het financieel evenwicht wijzigingsvariant (M2W);
    • Het overzicht van de kredieten (M3).
  • Toelichting
    • Het overzicht ontvangsten en uitgaven naar functionele aard (T1);
    • Het overzicht ontvangsten en uitgaven naar economische aard (T2);
    • Investeringsprojecten - per prioritaire actie (T3);
    • Het overzicht van de financiële schulden (T4);
    • Het overzicht van de financiële risico's;
    • Beschrijving grondslagen en assumpties;
    • Overzicht lijst investeringen;
    • Motivering van de wijzigingen;
    • Verwijzing naar de plaats waar bijkomende documentatie beschikbaar is.

 

De periode van de aanpassing van het meerjarenplan blijft de initiële periode van het meerjarenplan, maar de financiële consequenties moeten voor ten minste 3 toekomstige boekjaren beschreven worden. Bij deze aanpassing van het meerjarenplan voor de vaststelling van de kredieten 2025 moeten dus minstens de boekjaren 2020 tot 2027 opgenomen zijn. 

Publieke stemming
Aanwezig: Denis Fraeyman, Chris Marreel, Stijn Vandenhende, Heidi Lievrouw, Annick Debonné, Bart Verhelle, Katrien De Waele, Greet Dewitte, Christophe Vancoillie, Rik Gelaude, Andres Vandewalle, Petra Ide, Jessica Vandromme, Nathalie Delmotte, Renzo Callant, Arne Min Jou, Sara Defreyne, Carl Couckuyt
Voorstanders: Denis Fraeyman, Chris Marreel, Stijn Vandenhende, Heidi Lievrouw, Annick Debonné, Greet Dewitte, Jessica Vandromme, Arne Min Jou, Sara Defreyne
Onthouders: Bart Verhelle, Katrien De Waele, Christophe Vancoillie, Rik Gelaude, Andres Vandewalle, Petra Ide, Nathalie Delmotte, Renzo Callant
Resultaat: Met 9 stemmen voor, 8 onthoudingen
Besluit

Artikel 1 

De aanpassing meerjarenplan 10 voor de periode 2020-2027,  bestaande uit de strategische nota, het financieel doelstellingenplan (M1) en de staat van het financieel evenwicht (M2) wordt vastgesteld voor het gedeelte gemeente.


Artikel 2

De kredieten van de gemeente voor het boekjaar 2024 en 2025 (M3) worden vastgesteld.

Soort krediet Totaal bedrag voor 2024 Totaal bedrag voor 2025
Totaal exploitatie-uitgaven 7.672.133 7.777.075
Totaal exploitatie-ontvangsten 9.834.654 10.223.898
Totaal investerings-uitgaven 5.539.852 2.898.645
Totaal investerings-ontvangsten 759.686 222.186
Totaal financierings-uitgaven 698.585 516.242
Totaal financierings-ontvangsten 831.376 326.739



.

Artikel 3

Het geconsolideerd budgettair resultaat van het boekjaar in 2025 bedraagt -3.034.116 euro.

Het geconsolideerd gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar in 2025 bedraagt 7.672.894 euro en het geconsolideerd beschikbaar budgettair resultaat 2025 bedraagt 4.638.778 euro.

Er zijn geconsolideerd geen onbeschikbare gelden.

De geconsolideerde autofinancieringsmarge van het boekjaar in 2025 bedraagt 755.005 euro en de geconsolideerde gecorrigeerde autofinancieringsmarge in 2025 bedraagt 1.002.828 euro.