Het verslag van de vorige vergadering wordt goedgekeurd.
In het schrijven ontvangen op 24 november 2021 laat mevrouw Mieke Serry weten dat ze afstand doet van haar mandaat als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst met ingang vanaf 1 januari 2022.
Beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 4 januari 2019 houdende verkiezing van de leden van het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 91 tot en met 105.
Het lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst dat ontslag wil nemen, deelt dat schriftelijk mee aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn. Het ontslag is definitief zodra de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn de kennisgeving ontvangt.
De ontslagbrief van mevrouw Mieke Serry werd ontvangen op 24 november 2021.
Het lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst blijft zijn mandaat uitoefenen tot zijn opvolger is geïnstalleerd, behalve als het ontslag het gevolg is van een onverenigbaarheid.
De OCMW-raad neemt kennis van het ontslag van mevrouw Mieke Serry als lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst met ingang vanaf 1 januari 2022.
In het schrijven ontvangen op 24 november 2021 laat mevrouw Linda Vanmaele weten dat ze afstand doet van haar mandaat als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst met ingang vanaf 1 januari 2022.
Beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 4 januari 2019 houdende verkiezing van de leden van het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 91 tot en met 105.
Het lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst dat ontslag wil nemen, deelt dat schriftelijk mee aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn. Het ontslag is definitief zodra de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn de kennisgeving ontvangt.
De ontslagbrief van mevrouw Linda Vanmaele werd ontvangen op 24 november 2021.
Het lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst blijft zijn mandaat uitoefenen tot zijn opvolger is geïnstalleerd, behalve als het ontslag het gevolg is van een onverenigbaarheid.
De OCMW-raad neemt kennis van het ontslag van mevrouw Linda Vanmaele als lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst met ingang vanaf 1 januari 2022.
Mevrouw Mieke Serry en mevrouw Linda Vanmaele hebben bij schrijven ontvangen op 24 november 2021 hun ontslag ingediend als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst voor de lijst CD&V. Aangezien er geen opvolgers waren aangeduid, dient er te worden overgegaan tot de verkiezing van twee nieuw leden overeenkomstig artikel 95 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 inzonderheid hoofdstuk 6, afdeling 1, de artikels 87 tot en met 108.
De verkiezing van nieuwe leden voor het bijzonder comité voor de sociale dienst gebeurt op basis van een akte van voordracht. De voordrachtakte dient te voldoen aan artikel 92 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Er werd op 24 november 2021 een voordrachtakte ingediend. Mevrouw Charlotte Van Hauwaert en de heer Wies Vanden Berghe worden daarbij voorgedragen als kandidaat-lid voor het bijzonder comité voor de sociale dienst voor de lijst CD&V.
Voor de betrokken kandidaten werd een recent uittreksel uit het bevolkingsregister en strafregister aan het dossier toegevoegd, alsook een verklaring op eer om de geloofsbrieven te kunnen onderzoeken.
Op grond van de artikels 87, 96, 100 en 101 van het decreet lokaal bestuur en het artikel 58 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet dient de OCMW-raad de geloofsbrieven van de nieuwe leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst te onderzoeken.
De voorzitter van de OCMW-raad stelt vast dat de akte van voordracht ontvankelijk is. Er wordt tevens vastgesteld dat de geloofsbrieven van mevrouw Charlotte Van Hauwaert en de heer Wies Vanden Berghe alle noodzakelijke bewijsstukken bevatten.
Uit al deze stukken blijkt dat de nieuwe leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoen en zich niet in één van de gevallen van onverenigbaarheid wegens het uitoefenen van bepaalde ambten, functies of wegens bloed- of aanverwantschap bevinden overeenkomst artikel 100 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Dehalve kunnen de geloofsbrieven goedgekeurd worden en kunnen mevrouw Charlotte Van Hauwaert en de heer Wies Vanden Berghe toegelaten worden tot het afleggen van de voorgeschreven eed, bepaald in artikel 96 §1 van het Decreet Lokaal Bestuur, teneinde het mandaat te kunnen opnemen.
Mevrouw Charlotte Van Hauwaert en de heer Wies Vanden Berghe zullen door de voorzitter van de OCMW-raad worden uitgenodigd om de eed af te leggen. Deze eedaflegging gebeurt alleen ten overstaan van de voorzitter van de OCMW-raad en in aanwezigheid van de algemeen directeur. Daarvan wordt een proces-verbaal opgemaakt dat ondertekend wordt door de voorzitter van de OCMW-raad en door de algemeen directeur, en dat aan de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst wordt bezorgd.
Het bijzonder comité voor de sociale dienst bestaat ook na deze vervanging uit personen van verschillend geslacht en is dus nog steeds rechtsgeldig samengesteld overeenkomstig artikel 94 van het decreet lokaal bestuur.
Artikel 1.
De OCMW-raad neemt kennis van de ontvankelijke akte van voordracht waarbij mevrouw Charlotte Van Hauwaert en de heer Wies Vanden Berghe worden voorgedragen als kandidaat-leden voor het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst voor de lijst CD&V.
Artikel 2.
De OCMW-raad keurt de geloofsbrieven goed van mevrouw Charlotte Van Hauwaert en de heer Wies Vanden Berghe.
Artikel 3.
Mevrouw Charlotte Van Hauwaert en de heer Wies Vanden Berghe worden verkozen verklaard als lid voor het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst voor de lijst CD&V met ingang vanaf 1 januari 2022 en zullen voor die datum worden uitgenodigd om de eed af te leggen.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019 tot uitvoering van artikel 190 van het decreet van 8 juni 2018 houdende de aanpassing van de decreten aan de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).
Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale] besturen, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale (ing. MB 12 september 2018, art. 1, I: 1 januari 2020)] besturen, het laatst gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Omzendbrief KBBJ/ABB-2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur reikt oplossingen aan om een echt geïntegreerd lokaal sociaal beleid mogelijk te maken, met respect voor de verschillende rechtspersonen, die erbij betrokken zijn. Daaruit volgt dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) een gezamenlijk meerjarenplan opstellen, dat door beide raden wordt vastgesteld.
Op die manier kan een geïntegreerd lokaal sociaal beleid maximaal worden gerealiseerd: beide rechtspersonen hebben samen één doelstellingenboom, waarbij de doelstellingen van het OCMW en die van de gemeente vervlochten zijn. Omdat de gemeente en het OCMW een geïntegreerd meerjarenplan maken, wordt het financiële evenwicht voor die twee besturen als één geheel gepresenteerd en beoordeeld.
Omdat elke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in het meerjarenplan een duidelijk onderscheid bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (schema M3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart worden opgenomen.
Het vroegere jaarlijkse budget is voortaan geïntegreerd in het meerjarenplan. De ramingen, die het bestuur voor het boekjaar 2021 in het meerjarenplan 2020-2025 inschrijft voor de exploitatie, de investeringen en de financiering, omvatten ook de kredieten voor dat jaar. In het meerjarenplan van de gemeente en het OCMW worden afzonderlijke kredieten per rechtspersoon ingeschreven. De gemeente en het OCMW blijven immers twee afzonderlijke budgettaire entiteiten. De kredieten worden duidelijk toegewezen aan elke rechtspersoon afzonderlijk, ook al wordt het beleid van beide als één geheel voorgesteld.
De vaststelling van het meerjarenplan behoort tot de voorbehouden bevoegdheden van de raad.
De gemeenten en de OCMW’s hebben een geïntegreerd meerjarenplan, maar hebben hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor het meerjarenplan definitief is vastgesteld.
De goedkeuring van de gemeenteraad is nodig omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt.
Die besluitvorming kan het best als volgt verlopen:
• de raad voor maatschappelijk welzijn stelt eerst zijn deel van het meerjarenplan vast;
• de gemeenteraad stelt vervolgens zijn deel van het meerjarenplan vast;
• de gemeenteraad keurt ten slotte het deel goed dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld.
Het ontwerp van meerjarenplan bevat volgende documenten:
De aanpassing meerjarenplan 5 voor 2020-2025 wordt uitvoering toegelicht door waarnemend financieel directeur Joris Defour.
Joris Defour, waarnemend financieel directeur, licht de aanpassing van het meerjarenplan toe.
Renzo Callant: actie 112: hoe zit het met de aankoop van gronden voor het waterbufferbekken (actie 112)?
Ivan Delaere: de onderhandelingen met de andere eigenaars zijn nog lopende.
Renzo Callant: wanneer mogen we het mobiliteitsplan verwachten? Zitten we nog op schema? En hoe zit het met de mobiliteitscoach?
Ivan Delaere: de wvi maakt het mobiliteitsplan op en de timing is wellicht nog haalbaar. De verkeerscoach is door corona verplaatst naar voorjaar 2022.
Renzo Callant: wat valt er precies onder de actie camerabewaking waarvoor 30.000 euro is voorzien (actie 139)?
Ivan Delaere: alle openbare gebouwen worden voorzien van camerabewaking.
Renzo Callant: hoe ver staat het plan van de heraanleg van de Markt?
Ivan Delaere: de dossiers zijn overgemaakt voor subsidiëring.
Renzo Callant: er is natuur- en milieueducatie voorzien rond de site rond de Gentsemeersweg: hier staan geen bedragen, wordt dit voorzien?
Paul Lambrecht: we dienen een subsidieaanvraag in in het Herstelfonds ism Stadlandschap, Westtoer en Natuurpunt De Torenvalk. We willen de toegang vergemakkelijken en speelelementen aanbrengen.
Renzo Callant: Pittem vernieuwt en breidt sportsite uit: 477.000 euro is reeds uitgegeven? Hoe kan dit verklaard worden?
Denis Fraeyman: we hebben tot op vandaag geen kosten gehad, maar het is vooral het inbrengen van waardes.
Renzo Callant: wat valt er onder de aanpassing van het dienstverleningsmodel: zijn dit de nieuwe openingsuren? Er is wel wat onvrede onder de burger. Is er een evaluatie?
Ivan Delaere: er komt een evaluatie en wij vangen momenteel weinig klachten op. Er zijn nog steeds vrije inloopmomenten maar ook het werken op afspraak is een meerwaarde.
Renzo Callant: zijn er plannen om de laatavondopening uit te breiden?
Ivan Delaere: dit moet overlegd worden met het personeel.
Renzo Callant: er vallen een aantal leningen weg: wordt dit gecompenseerd met de inkomst van de verkoop van de woningen in de Eikeldreef?
Joris Defour: de verkoop is inderdaad meeropbrengst die niet bij de start van het meerjarenplan was voorzien.
Renzo Callant: bij de asssumpties zien we de personenbelasting steeds maar dalen.
Joris Defour: dit zijn ramingen die we van de Vlaams overheid doorkrijgen. In werkelijkheid kan de daling ook minder zijn uiteraard.
Andres Vandewalle: hoe ver staat het met het plan voor de heraanleg van de Markt?
Ivan Delaere: we wachten nieuws af omtrent de subsidiëring en dan werken we de fasering uit. Er zal een ontwerper aangesteld worden en dan bekijken we de concrete heraanleg.
Andres Vandewalle: er zou bij de padel nu toch een verplaatsbare kantine komen, terwijl dit eigenlijk niet voorzien was door het bestuur. Vanwaar komt de verandering?
Denis Fraeyman: we stellen het sportieve voorop maar een kleine mobiele kantine laten we nu toch toe. We hebben daarbij open kaart gespeeld met de inschrijvers.
Artikel 1
De aanpassing meerjarenplan 5 voor de periode 2020-2025, bestaande uit de strategische nota, het financieel doelstellingenplan (M1) en de staat van het financieel evenwicht (M2) wordt vastgesteld voor het gedeelte OCMW.
Artikel 2
De kredieten van het OCMW voor het boekjaar 2021 en 2022 (M3) worden vastgesteld.
Soort krediet | Totaal bedrag voor 2021 | Totaal bedrag voor 2022 |
Totaal exploitatie-uitgaven | 4.499.345 | 4.535.085 |
Totaal exploitatie-ontvangsten | 4.109.682 | 4.013.470 |
Totaal investerings-uitgaven | 726.512 | 235.000 |
Totaal investerings-ontvangsten | 2.500 | 0 |
Totaal financierings-uitgaven | 180.308 | 188.557 |
Totaal financierings-ontvangsten | 0 | 0 |
Artikel 3
Het geconsolideerd budgettair resultaat van het boekjaar in 2025 bedraagt: 246.904 euro.
Het geconsolideerd gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar in 2025 bedraagt: 3.154.894 euro en het geconsolideerd gecumuleerd budgettair resultaat 2025 bedraagt: 3.401.797 euro.
Er zijn geconsolideerd geen onbeschikbare gelden.
De geconsolideerde autofinancieringsmarge van het boekjaar in 2025 bedraagt: 159.023 euro en de geconsolideerde gecorrigeerde autofinancieringsmarge in 2025 bedraagt: 97.403 euro.
Alle werkgevers, ook lokale besturen, die binnen het toepassingsgebied vallen van de wet tot instelling van de arbeidsreglementen moeten een arbeidsreglement opstellen en dit los van het aantal werknemers die ze tewerkstellen. Zowel gemeente als OCMW hadden een eigen arbeidsreglement. Er wordt nu één arbeidsreglement voorgelegd voor beide besturen.
Het nieuw arbeidsreglement is bijgevoegd in bijlage.
In het voorliggende reglement zijn een aantal nieuwigheden opgenomen:
Het arbeidsreglement werd voorgelegd op een syndicaal overleg op 17 november 2021 en kreeg een gunstig advies.
Enig artikel
De OCMW-raad verleent goedkeuring aan het arbeidsreglement van het lokaal bestuur Pittem.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Artikel 135 van het Besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Raadsbeslissing van 9 november 2020 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel.
Voorstel van verlofregeling voor het OCMW-personeel voor 2022.
Akkoord van de vakbond ACV openbare diensten van 17 november 2021.
Gunstig advies van het managementteam.
Het komt de OCMW-raad toe om jaarlijks te bepalen op welke wijze de feestdagen die samenvallen met een zaterdag of een zondag gecompenseerd worden.
Christophe Vancoiliie: waarom hebben medewerkers in dienst op 31/12/2010 3 extra verlofdagen in vergelijking met werknemers die pas na die datum gestart zijn,
Joris Defour: wanneer de nieuwe rechtspositieregeling van kracht werd in de overgangsregeling voorzien dat bepaalde groepen blijven konden genieten van hun verworven rechten. Nieuwe personeelsleden kunnen daar geen beroep op doen.
Artikel 1
Goedkeuring wordt verleend aan de verlofregeling voor 2022 van het OCMW-personeel
Administratief personeel Sociaal Huis
Officiële verlofdagen
zaterdag 1 januari Nieuwjaar
vrijdag 15 april Goede Vrijdag
maandag 18 april Paasmaandag
zondag 1 mei Feest van de Arbeid
donderdag 26 mei Hemelvaartsdag
vrijdag 27 mei Brugdag 1 januari
maandag 6 juni Pinkstermaandag
maandag 11 juli Feest van de Vlaamse Gemeenschap
donderdag 21 juli Nationale Feestdag
vrijdag 22 juli Brugdag 1 mei
maandag 15 augustus O.L.V. Hemelvaart
maandag 31 oktober Brugdag 25 december
dinsdag 1 november Allerheiligen
woensdag 2 november Allerzielen
vrijdag 11 november Herdenking Wapenstilstand
zondag 25 december Kerstmis
maandag 26 december Tweede Kerstdag
Alle personeelsleden hebben dienstvrijstelling op :
maandag 11 juli Kermismaandag
maandag 18 juli Zotte Maandag
Personeel van het woon- en zorgcentrum Sint-Remigius
Officiële verlofdagen
zaterdag 1 januari Nieuwjaar
vrijdag 15 april Goede Vrijdag
maandag 18 april Paasmaandag
zondag 1 mei Feest van de Arbeid
donderdag 26 mei Hemelvaartsdag
maandag 6 juni Pinkstermaandag
maandag 11 juli Feest van de Vlaamse Gemeenschap
donderdag 21 juli Nationale Feestdag
maandag 15 augustus O.L.V. Hemelvaart
dinsdag 1 november Allerheiligen
vrijdag 11 november Herdenking Wapenstilstand
zondag 25 december Kerstmis
Alle personeelsleden hebben dienstvrijstelling op :
maandag 18 juli Zotte Maandag
Alle personeelsleden hebben dienstvrijstelling op :
maandag 18 juli Zotte Maandag
Het personeel in dienst op 31 december 2010 heeft ook verlof op de volgende dagen :
woensdag 2 november Allerzielen
dinsdag 15 november Feest van de Dynastie
maandag 26 december Tweede Kerstdag
De betaalde feestdag voor zaterdag 1 januari, zondag 1 mei en zondag 25 december worden toegevoegd aan het jaarlijks betaald verlof.
Artikel 2
Het vast bureau wordt belast met de uitvoering van deze beslissing.
In toepassing van het ministerieel besluit van 12 augustus 2005 houdende de bepalingen inzake prijzen voor de sector van de instellingen voor bejaardenopvang en de wijzigingen tot op heden, wordt de ligdagprijs van het Woon- en Zorgcentrum Sint-Remigius ieder jaar geïndexeerd.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Ministerieel besluit van 12 augustus 2005 houdende de bepalingen inzake prijzen voor de sector van de instellingen voor bejaardenopvang en de wijzigingen tot op heden.
Bij beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 14 december 2020 werd de ligdagprijs van het woon- en zorgcentrum Sint-Remigius met ingang van 3 januari 2021 vastgesteld op € 52,66 voor een éénpersoonskamer.
Volgens het ministerieel besluit van 12 augustus 2005 houdende bijzondere bepalingen inzake prijzen voor de sector van de instellingen voor bejaardenopvang, en de wijzigingen tot op heden, mag de ligdagprijs ieder jaar aangepast worden.
Het is economisch verantwoord om de ligdagprijs van het woon- en zorgcentrum Sint-Remigius aan te passen op basis van het indexcijfer der consumptieprijzen met ingang van 3 januari 2022 en dit volgens het E-loket van de Prijzendienst van het Agentschap Zorg & Gezondheid van de Vlaamse Gemeenschap.
De laatste prijsaanpassing van de ligdagprijs van het woon- en zorgcentrum Sint-Remigius dateert van 3 januari 2021 en de aanpassing kan gebeuren volgens de volgende formule : Prijsaanpassing = index november 2021 – index november 2020/index november 2020 x ligdagprijs, ofwel 141,53 - 133,98/133,98 x ligdagprijs.
De prijsaanpassing komt overeen met een ligdagprijs in het woon- en zorgcentrum Sint-Remigius met ingang van 3 januari 2022 van € 55,63 voor een éénpersoonskamer.
Met ingang van 3 januari 2022 wordt de ligdagprijs in het woon- en zorgcentrum Sint-Remigius verhoogd tot 55,63 EUR per dag voor een éénpersoonskamer.
De Prijzendienst van het Agentschap Zorg & Gezondheid werd via het E-loket in kennis gesteld van de indexering van deze dagprijs.
In toepassing van het ministerieel besluit van 12 augustus 2005 houdende de bepalingen inzake prijzen voor de sector van de instellingen voor bejaardenopvang en de wijzigingen tot op heden, wordt de ligdagprijs van het Centrum voor Kortverblijf van het Woon- en Zorgcentrum Sint-Remigius ieder jaar geïndexeerd.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Ministerieel besluit van 12 augustus 2005 houdende de bepalingen inzake prijzen voor de sector van de instellingen voor bejaardenopvang en de wijzigingen tot op heden.
Bij beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 14 december 2020 werd de ligdagprijs van het centrum voor kortverblijf van het woon- en zorgcentrum Sint-Remigius met ingang van 3 januari 2021 vastgesteld op € 53,74 voor een éénpersoonskamer.
Volgens het ministerieel besluit van 12 augustus 2005 houdende bijzondere bepalingen inzake prijzen voor de sector van de instellingen voor bejaardenopvang, en de wijzigingen tot op heden, mag de ligdagprijs ieder jaar aangepast worden.
Het is economisch verantwoord om de ligdagprijs van het centrum voor kortverblijf voor het woon- en zorgcentrum Sint-Remigius aan te passen op basis van het indexcijfer der consumptieprijzen met ingang van 3 januari 2022 en dit volgens het E-loket van de Prijzendienst van het Agentschap Zorg & Gezondheid van de Vlaamse Gemeenschap.
De laatste prijsaanpassing van de ligdagprijs van het centrum voor kortverblijf van het woon- en zorgcentrum Sint-Remigius dateert van 3 januari 2020 en de aanpassing kan gebeuren volgens de volgende formule : Prijsaanpassing = index november 2021 – index november 2020/index november 2020 x ligdagprijs, ofwel 141,53 - 133,98/133,98 x ligdagprijs.
De prijsaanpassing komt overeen met een ligdagprijs in het centrum voor kortverblijf van het woon- en zorgcentrum Sint-Remigius met ingang van 3 januari 2022 van € 56,77 voor een éénpersoonskamer.
Met ingang van 3 januari 2022 wordt de ligdagprijs in het centrum voor kortverblijf van het woon- en zorgcentrum Sint-Remigius verhoogd tot 56,77 EUR per dag voor een éénpersoonskamer.
De Prijzendienst van het Agentschap Zorg & Gezondheid werd via het E-loket in kennis gesteld van de indexering van deze dagprijs.
In toepassing van het ministerieel besluit van 12 augustus 2005 houdende de bepalingen inzake prijzen voor de sector van de instellingen voor bejaardenopvang en de wijzigingen tot op heden, wordt de dagprijs van de groep van Assistentiewoningen Residentie Breemeers ieder jaar geïndexeerd.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Ministerieel besluit van 12 augustus 2005 houdende de bepalingen inzake prijzen voor de sector van de instellingen voor bejaardenopvang en de wijzigingen tot op heden.
Bij beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 14 december 2020 werd de dagprijs van de groep van Assistentiewoningen Residentie Breemeers met ingang van 3 januari 2021 vastgesteld op € 20,48 voor de flats 1 tot en met 4 en € 21,66 voor de flats 5 tot en met 9.
Volgens het ministerieel besluit van 12 augustus 2005 houdende bijzondere bepalingen inzake prijzen voor de sector van de instellingen voor bejaardenopvang, en de wijzigingen tot op heden, mag de dagprijs ieder jaar aangepast worden.
Het is economisch verantwoord om de dagprijs van de groep van Assistentiewoningen Residentie Breemeers aan te passen op basis van het indexcijfer der consumptieprijzen met ingang van 3 januari 2022 en dit volgens het E-loket van de Prijzendienst van het Agentschap Zorg & Gezondheid van de Vlaamse Gemeenschap.
De laatste prijsaanpassing van de dagprijs van de groep van Assistentiewoningen Residentie Breemeers dateert van 3 januari 2020 en de aanpassing kan gebeuren volgens de volgende formule : Prijsaanpassing = index november 2021 – index november 2020/index november 2020 x dagprijs, ofwel 141,53 - 133,98/133,98 x dagprijs.
De prijsaanpassing komt overeen met een dagprijs in de groep van Assistentiewoningen Residentie Breemeers met ingang van 3 januari 2022 van € 21,64 voor de flats 1 tot en met 4 en € 22,88 voor de flats 5 tot en met 9.
Met ingang van 3 januari 2022 wordt de dagprijs van de groep van Assistentiewoningen Residentie Breemeers vastgesteld op € 21,64 voor de flats 1 tot en met 4 en € 22,88 voor de flats 5 tot en met 9.
De Prijzendienst van het Agentschap Zorg & Gezondheid werd via het E-loket in kennis gesteld van de indexering van deze dagprijs.
Bij schrijven d.d. 22 november 2021 richtte schepen Paul Lambrecht het verzoek aan gemeenteraadsvoorzitter Ivan Delaere om akte te willen laten nemen door de gemeenteraad van zijn ontslag als schepen en gemeenteraadslid met ingang vanaf 1 januari 2022.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten
Bij schrijven d.d. 22 november 2021 richtte schepen Paul Lambrecht het verzoek aan gemeenteraadsvoorzitter Ivan Delaere om akte te willen laten nemen door de gemeenteraad van zijn ontslag als schepen en gemeenteraadslid met ingang vanaf 1 januari 2022. Het ontslag van de schepen en als raadslid houdt ook van rechtswege het ontslag in van de uitoefening van het mandaat als lid van het vast bureau en de raad voor maatschappelijk welzijn.
Er werd akte genomen van de overdracht van het mandaat van schepen/lid door de opvolger Stijn Vandenhende zoals beschreven in de voordrachtsakte van 24 november 2021. Hij heeft de eed afgelegd in openbare vergadering in handen van de voorzitter van de gemeenteraad. De vervanging zal van rechtswege ook gelden binnen het vast bureau.
De gemeenteraad besliste tot de installatie van een nieuw lid van de gemeenteraad, de heer Arne Min Jou. De installatie zal van rechtswege ook gelden binnen de raad voor maatschappelijk welzijn. De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van dit ontslag en de vervangingen.
Artikel 1
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het ontslag van schepen Paul Lambrecht als lid van het vast bureau en de raad voor maatschappelijk welzijn vanaf 1 januari 2022.
Artikel 2
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de aktename van de overdracht van het mandaat van schepen/lid van het vast bureau van schepen Paul Lambrecht naar Stijn Vandenhende en de installatie van Arne Min Jou als lid van de gemeenteraad/ raad voor maatschappelijk welzijn vanaf 1 januari 2022.
Er zijn geen variapunten.
Namens OCMW-raad,
Carl Couckuyt
Algemeen directeur
Ivan Delaere
Burgemeester-voorzitter