In het algemeen politiereglement zijn volgende bepalingen opgenomen omtrent hinderlijk geluid (titel II, hoofdstuk 1, afdeling 1):
"Art. 2.1.1.0.2. Behoudens vergunning van de burgemeester en behoudens afwijkingen zoals opgenomen in de algemene politieverordening of hogere wetgeving is het verboden om tussen 22.00 uur en 06.00 uur, met welk middel dan ook, een geluidsniveau te produceren gemeten in open lucht dat hoger is dan 5 dB(A) boven het achtergrondgeluidsniveau, met een maximum van 60 dB(A).
Artikel 2.1.1.0.3. Behoudens in geval van toegelaten werken of behoudens vergunning van de burgemeester is het verboden, tussen 06.00 uur en 22.00 uur, met welk middel dan ook een geluidsniveau te produceren gemeten in open lucht dat hoger is dan 5 dB(A) boven het achtergrondgeluidsniveau, met een maximum van 75 dB(A)."
Deze bepalingen kunnen door sportactiviteiten op de gemeentelijke sportterreinen overschreden worden, toch indien gemeten wordt aan de bron van het geluid (de sportactiviteit zelf) en niet op de plaats waar dit geluid buiten het sportterrein eventueel wordt waargenomen. Het op die wijze via de verordening aan banden leggen van de geluidsvolumes op sportterreinen tijdens het sporten en door het sporten kan geenszins de bedoeling zijn. De sportterreinen zijn net met dat doel ontwikkeld om sporters, en eventuele supporters, hun beleving maximaal te laten ervaren.
De gemeenteraad opteert er voor om te verduidelijken dat, net zoals bv. spelende kinderen werden uitgesloten als zijnde "hinderlijk geluid", ook sportactiviteiten op sportterreinen niet onderhevig zijn aan de normen van de artikelen 2.1.1.0.2 en 2.1.1.0.3. Daarom wordt er voorgesteld om in artikel 2.1.2.0.1 in elk geval het geluid van sportactiviteiten op sportterreinen op te nemen, en dus ook als niet hinderlijk te beschouwen (daargelaten of gemeten wordt aan de bron of in de omgeving).
Deze aanpassing doet geen afbreuk aan de bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken om te oordelen over burgerlijke rechten.
Artikel 1
De gemeenteraad verleent goedkeuring aan de aanpassing van de algemene politieverordening onder titel II - openbare rust, hoofdstuk 1 - geluidsoverlast, afdeling 2 - niet-hinderlijk geluid, artikel 2.1.2.0.1 als volgt:
Een geluid wordt als niet-hinderlijk beschouwd wanneer dit voortvloeit uit acties van een normaal en voorzienbaar handelend persoon en voor zover dit het gevolg is van:
- werken aan de openbare weg of voor het aanleggen van openbare nutsvoorzieningen, uitgevoerd met toestemming van de daartoe bevoegde overheid of in opdracht van die overheid;
- werken die aan private eigendommen worden uitgevoerd op weekdagen en zaterdagen, waarvoor de bevoegde overheid een vergunning heeft verleend, en verbeterings-, verbouwings-, of onderhoudswerken aan dergelijke eigendommen die zonder vergunning kunnen worden uitgevoerd en waarbij de nodige voorzorgen worden getroffen om overdreven hinder en lawaai te voorkomen;
- werken of handelingen die dringend of zonder verder uitstel moeten worden uitgevoerd ter bescherming van personen of eigendommen, of ter voorkoming van rampen;
- een door het gemeentebestuur vergunde manifestatie, voor zover de voorwaarden opgelegd in de vergunning nageleefd worden. - het geluid ingevolge seizoensgebonden werkzaamheden eigen aan de landbouw;
- spelende kinderen
- het geluid van sportactiviteiten op sportterreinen
Artikel 2
De gemeenteraad stelt de coördinatie van het algemeen politiereglement vast conform artikel 1 van dit besluit, zoals toegevoegd in bijlage.
Artikel 3
Dit reglement treedt in werking vanaf de bekendmaking op de gemeentelijke website.
Artikel 4
Een afschrift van dit reglement wordt toegestuurd aan de toezichthoudende overheid, de Provinciegouverneur, de Procureur des Konings, de griffier van de rechtbank van Eerste Aanleg, van het Vredegerecht en van de Politierechtbank van het gebied en aan de korpschef van de lokale politie.