Het verslag van de vorige vergadering wordt goedgekeurd.
In de vergadering van 4 maart 2019 keurde de OCMW-raad hun huishoudelijk reglement goed. Volgens dit reglement kunnen raadsleden mondelinge vragen stellen die niet op de agenda van de raad staan. De vragen kunnen ter zitting gesteld worden, waardoor het vast bureau zich niet goed kan voorbereiden.
Artikel 74 van het decreet over het lokaal bestuur
De huidige regeling in het huishoudelijk reglement is als volgt:
Artikel 11
De OCMW-raadsleden hebben het recht aan het vast bureau mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Daarvoor is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig.
Op schriftelijke vragen van OCMW-raadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord.
Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering van de OCMW-raad kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over aangelegenheden van het OCMW, die niet op de agenda van de OCMW-raad staan. Op deze mondelinge vragen wordt ten laatste tijdens de volgende zitting geantwoord.
Aangezien de vragen ter zitting worden gesteld en het vast bureau de intentie heeft om die ook ter zitting te beantwoorden, hebben de leden van het vast bureau geen mogelijkheid om een stand van zaken, cijfergegevens, informatie, ... op te vragen bij de OCMW-diensten. Nochtans is dit nodig om een kwalitatief, correct en up to date antwoord te kunnen geven op de vragen. Daarom wordt voorgesteld om de huidige regeling van artikel 11 van het huishoudelijk reglement als volgt te vervangen:
“Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering van de raad kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden die niet op de agenda van de raad staan.
Mondelinge vragen die door een raadslid via e-mail worden bezorgd aan de algemeen directeur uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering van de raad (de zittingsdag niet meegerekend) worden in principe op de eerstvolgende raadszitting beantwoord. Mocht blijken dat de vragen omwille van praktische omstandigheden (zoals opzoekingswerk, afwezigheid medewerkers, …) niet beantwoord kunnen worden op de raadszitting, wordt een antwoord dan ten laatste tijdens de daarop volgende raadszitting gegeven. De vragen vormen geen apart agendapunt op de agenda, maar worden behandeld onder het agendapunt 'varia'. Het louter meedelen van de intentie tot het stellen van een mondelinge vraag is niet voldoende om een mondelinge vraag uit te maken die behandeld wordt op de raadszitting. De vraag moet voldoende gestoffeerd en duidelijk zijn.
Mondelinge vragen die niet door een raadslid via e-mail werden bezorgd, maar ter zitting worden gesteld, zullen schriftelijk beantwoord worden binnen een termijn van één maand.
Mondelinge vragen die tijdig per e-mail werden bezorgd worden eerst behandeld in volgorde van ontvangst, daarna kunnen de mondelinge vragen die niet per e-mail werden overgemaakt gesteld worden. Het aantal vragen is beperkt tot twee per raadslid per zitting.
De mondelinge vragen mogen niet leiden tot het maken van studies, enquêtes of opzoekingen met ernstige financiële gevolgen."
De raad kan conform artikel 74 van het decreet lokaal bestuur het huishoudelijk reglement op elk moment wijzigen.
Christophe Vancoillie: ik ben ontgoocheld en verbaasd toen ik vernam dat jullie eenzijdig de aanpassing van het huishoudelijk reglement op de agenda hebben geplaatst. Begin dit jaar werd mondeling verteld dat er meer structuur nodig was in de raden, NPE stond open voor een constructief gesprek. Op 29 maart kregen beide fractieleiders een werktekst omtrent het aanbrengen van variapunten met daags nadien al een overleg, in de hoop een timing af te spreken om tot consensus te komen voor de aanpassing van het huishoudelijk reglement. Er werd op dat overleg van 30 maart 2021 afgesproken dat er overleg zou zijn binnen de fracties en dat de voorzitter beide fractieleiders een voorstel zou bezorgen. Dit zou als basis dienen om tot een gezamenlijke tekst te komen, aanvaardbaar voor beide fracties. Mocht er geen akkoord komen, zou de voorzitter de knoop doorhakken. Op 13 april 2021 werd door NPE hun uitgangspunten bezorgd, maar er kwam geen reactie door de voorzitter en de fractievoorzitter CD&V.
Op 24 mei 2021 werd een 'kladuittreksel gr' bezorgd, maar er werd geen nieuw overleg gepland. Gemaakte afspraken met betrekking tot de timing werden niet nageleefd. NPE heeft op geen enkel ogenblik repliek ontvangen van de CD&V fractie. Fractieleider van de CD&V Stijn Vandenhende zou heel diep beschaamd moeten zijn. Op 24 mei 2021 deelde de burgemeester mee dat indien mogelijk, het agendapunt op de agenda van de eerstvolgende raad zou geplaatst worden. Op 26 mei 2021 werd aangegeven dat dit binnen de NPE-fractie zou besproken worden. Plots stond het agendapunt op de gemeente- als ocmw-raad en mails van mezelf als van Andres bleven onbeantwoord. Enkel Stijn Vandenhende deelde mee dat de CD&V geen specifieke opmerkingen had op het ontwerp. Er is bewust en ter kwader trouw gehandeld. Het vertrouwen is volledig weg.
Essentie: waarom het huishoudelijk reglement aanpassen als het huidige reglement de lading dekt? NPE wilde ook meer structuur en het niveau van de raden omhoog tillen, maar wilde geen beperking op het aantal vragen dat een raadslid schriftelijk zou mogen indienen, anderzijds dat er geen limiet zou mogen staan op het aantal mondelinge vragen tenzij die de werking van de raad zou belemmeren. Er werd een redelijke bovenlimiet van gemiddeld 2 mondelinge vragen per raadslid gesteld. We hadden begrip dat bepaalde vragen niet meteen beantwoord zouden kunnen worden. Het huidige reglement voorziet dat er in de volgende zitting kan geantwoord worden. Bovendien deden we ook een oproep om raadszittingen altijd te streamen. Er werd ook voorgesteld om burgers het mogelijk te maken vragen en voorstellen in te dienen. Daarvan is niets terug te vinden.
In de oorspronkelijke tekst van het ocmw agendapunt was het monddood maken van de oppositie nog extremer dan in de gemeenteraad, maar 6u voor de start van de zitting werden de teksten gelijk getrokken. Waarom moet het huishoudelijk reglement aangepast worden: er waren geen excessen, geen te lange raden, geen raden die uit de hand liepen, ...
De oppositie deed het te goed. Hoe kan je mensen nog motiveren als je in een democratisch forum niet aan het woord kan komen. De rechten van de oppositie worden aan de laars gelapt. Ik wil ook nog een misverstand verhelpen: onze vragen zijn steeds een meerwaarde geweest, ook jullie antwoorden. Het zorgt voor een debat. Het is niet te doen om politiek voordeel te halen, maar een meerwaarde te zijn voor Pittem.
Puur inhoudelijk: lokale autonomie behelst dat er moet een evenwicht zijn tussen de voorrechten van de raadsleden en de goede werking van de raad. De modaliteiten mogen het vragenrecht niet inperken maar ingegeven zijn door de goede werking van de raad. Dit is hier niet het geval. Een vraag moet nu op voorhand gemaild worden en moet voldoende gestoffeerd en duidelijk zijn. Het aantal vragen wordt bovendien beperkt tot 2 per raadslid. Dit is een flagrante overtreding van artikel 31 DLB. Er is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig. De termijn van 5 dagen is ook te kort om nog variapunten in te dienen. De uitoefening van het vragenrecht is niet meer redelijk.
De oppositie bereidt een klacht voor bij het ABB en indien nodig bij de Raad van State.
Maar het is nog niet te laat. Ik had graag antwoorden op volgende vragen:
- waarom zijn de afspraken qua timing en manier van werken niet nagekomen?
- waarom werd niet gewerkt aan een tekst gedragen door beide fracties?
Aan Stijn Vandenhende:
- waarom ben je niet even transparant geweest als NPE?
- waarom hebben we niets meer vernomen van CD&V?
- waarom stellen jullie vragen aan jullie eigen partij? Zijn jullie wel één fractie?
Tot zo'n 6 uur geleden voor was er verschil tussen tussen de agendapunten van ocmw en gemeenteraad: dit is amateurisme. Waarom hebben jullie dit niet gezien? NPE heeft het verschil direct opgemerkt.
Met deze aanpassing kan de NPE niet akkoord gaan. Laat ons samen werken om tot één akkoord te komen. We vragen aan de CD&V om tegen te stemmen of te onthouden.
Burgemeester:er zijn afspraken gemaakt omtrent en met de nota van NPE was duidelijk wat jullie wilden. De NPE-opmerkingen zijn verwerkt in het voorstel. Er zijn volgende platformen:
- de agendapunten van de gemeenteraad: je kan steeds vragen stellen over stellen bij behandeling van het punt
- je kan ook agendapunten op de agenda zetten, het decreet lokaal bestuur voorziet daar in. De 5 dagen in dit reglement zijn gelijklopend met het indienen van agendapunten zoals voorzien in het decreet lokaal bestuur. We kunnen ons dan goed voorbereiden.
- tijdens de gemeenteraad kan je bijkomende vragen stellen, maar dan krijg je schriftelijk antwoord.
Dit komt de kwaliteit van vraag en antwoord ten goede. De wijziging komt er omdat we à la minute moesten antwoorden, doen we het niet, dan krijgen we ook commentaar op. De burger heeft ook recht op een goed antwoord. We moeten ook de administratie voldoende tijd geven om antwoorden te verzamelen. Dit alles geldt ook voor onze eigen fractie.
Onze fractie stelt inderdaad ook vragen: zij mogen dat doen, maar we werken niet op twee sporen.
Ik meende dat ik met het voorstel van NPE voldoende info had om een voorstel te doen. In andere gemeenten is er een beperking in tijd, dit doen we niet, dit is hier niet het geval, iedereen krijgt tijd genoeg om de vraag te stellen. Er zijn ook in andere gemeenten soms beperkingen van vijf vragen per fractie, in dit reglement is het twee per fractielid.
Stijn Vandenhende: de werking van de fractie is interne keuken, het reglement is wel grondig bekeken en onze bevindingen zijn mondeling meegedeeld aan de voorzitter. Dit keuren we goed is om een kwalitatiever antwoord te kunnen geven waar iedereen beter van wordt.
Christophe Vancoillie: je beweert dat het verplicht schriftelijk indienen een beter antwoord zal geven. Dit is bizar. We zouden mogen veronderstellen dat we op eender welke vraag aan het schepencollege een gefundeerd antwoord mogen verwachten. Het huidige reglement laat ook toe om te antwoorden op de volgende zitting. Je kon ons ook per mail inlichten over bepaalde cijfers. Per gemeenteraadslid zijn er 2 vragen, dus in totaal 16 voor onze fractie: zijn er ooit meer variapunten ingediend? Kan een raadslid drie vragen stellen, is dit mogelijk? Mondelinge vragen kunnen gesteld worden: maar ook daar blijft de beperking? Je zal antwoorden in een termijn van 1 maand: dan spreek je jezelf tegen. Het schepencollege wil die ter zitting beantwoorden, maar jullie zullen schriftelijk antwoorden. Het reglement is voor beide fracties hetzelfde. Jullie hebben zicht op deze vragen. Hoe gaan wij zicht hebben op die vragen?
Waarom heb je niet gewacht op een consensus?
Burgemeester: het aantal van twee vragen per raadslid: we zouden het aantal kunnen schrappen, als de fractie daarmee akkoord gaat. Vragen zullen op de agenda komen onder varia, zodat beide fracties de vragen kennen.
Christophe Vancoillie: waarom moet dit per se nu goedgekeurd worden? Het komt al heel dicht bij waar we als fractie kunnen achter staan.
Andres Vandewalle: volgens een recente politieke peiling is de cd&v is wegzakt naar een dieptepunt, niet alleen nationaal, maar met dit voorstel ook lokaal. Er was geen enkel overleg. De 5 dagen op voorhand is eigenlijk 6 dagen, want de zittingsdag is niet inbegrepen. Waarom hebben jullie de foute ocmw-tekst niet gezien? Dit is een belachelijk. Heeft iemand die toelichtende nota eigenlijk wel gelezen?
Burgemeester: je hebt de fout gezien, waarom heb je ze niet gemeld? Wij bepalen de agenda, de inhoud gebeurt door de administratie.
Kaat Dewaele: de fractie NPE kon dit niet weten: er mochten twee verschillende reglementen zijn.
Christophe Vancoillie: dus, je laat dit agendapunt staan en laat deze tekst goedkeuren die niet de goedkeuring heeft van beide fracties?
Artikel 1
De raad vervangt artikel 11 van het huishoudelijk reglement van de OCMW-raad door:
“Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering van de raad kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden die niet op de agenda van de raad staan.
Mondelinge vragen die door een raadslid via e-mail worden bezorgd aan de algemeen directeur uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering van de raad (de zittingsdag niet meegerekend) worden in principe op de eerstvolgende raadszitting beantwoord. Mocht blijken dat de vragen omwille van praktische omstandigheden (zoals opzoekingswerk, afwezigheid medewerkers, …) niet beantwoord kunnen worden op de raadszitting, wordt een antwoord dan ten laatste tijdens de daarop volgende raadszitting gegeven. De vragen vormen geen apart agendapunt op de agenda, maar worden behandeld onder het agendapunt 'varia'. Het louter meedelen van de intentie tot het stellen van een mondelinge vraag is niet voldoende om een mondelinge vraag uit te maken die behandeld wordt op de raadszitting. De vraag moet voldoende gestoffeerd en duidelijk zijn.
Mondelinge vragen die niet door een raadslid via e-mail werden bezorgd, maar ter zitting worden gesteld, zullen schriftelijk beantwoord worden binnen een termijn van één maand.
Mondelinge vragen die tijdig per e-mail werden bezorgd worden eerst behandeld in volgorde van ontvangst, daarna kunnen de mondelinge vragen die niet per e-mail werden overgemaakt gesteld worden. Het aantal vragen is beperkt tot twee per raadslid per zitting.
De mondelinge vragen mogen niet leiden tot het maken van studies, enquêtes of opzoekingen met ernstige financiële gevolgen."
Artikel 2
De raad verleent goedkeuring aan de gecoördineerde versie van het huishoudelijk reglement, zoals in bijlage bijgevoegd.
De jaarrekening 2020 van het OCMW moet vastgesteld worden.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2020 tot wijziging van diverse decreten en besluiten van de codificatie van de decreten betreffende het Vlaamse woonbeleid.
Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale] besturen, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale (ing. MB 12 september 2018, art. 1, I: 1 januari 2020)] besturen, het laatst gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 30 december 2019 betreffende meerjarenplan 2020-2025 van het deel OCMW: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 30 december 2019 betreffende meerjarenplan 2020-2025 van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 13 juli 2020 betreffende aanpassing meerjarenplan 2 2020-2025 van het deel OCMW: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 13 juli 2020 betreffende aanpassing meerjarenplan 2 2020-2025 van het deel OCMW goedkeuren.
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 14 december 2020 betreffende aanpassing meerjarenplan 3 2020 - 2025: Raad 14_12_2020(BP2020_2025-3) van het deel OCMW: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 14 december 2020 betreffende aanpassing meerjarenplan 3 2020 - 2025: Raad 14_12_2020(BP2020_2025-3) van het deel OCMW: goedkeuren.
Gunstig advies van het managementteam van 25 mei 2021.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur reikt oplossingen aan om een echt geïntegreerd lokaal sociaal beleid mogelijk te maken, met respect voor de verschillende rechtspersonen, die erbij betrokken zijn.
Daaruit volgt dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) een gezamenlijke (geconsolideerde) jaarrekening opmaken, dat door beide raden wordt vastgesteld.
Op die manier kan een geïntegreerd lokaal sociaal beleid maximaal worden gerealiseerd: beide rechtspersonen hebben samen één doelstellingenboom, waarbij de doelstellingen van het OCMW en die van de gemeente vervlochten zijn.
De gemeente en haar OCMW vormen samen 1 rapporteringsentiteit en maken één geïntegreerde jaarrekening. Daarin wordt de financiële toestand van die twee besturen als één geheel gepresenteerd en beoordeeld.
Omdat elke afzonderlijke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in de geconsolideerd jaarrekening een duidelijk onderscheid bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met de realisatie van de kredieten (schema J3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart worden opgenomen.
De gemeentelijke bijdrage voor het OCMW is niet meer opgenomen in het meerjarenplan. De gemeente moet wel zorgen dat het OCMW haar financiële verplichtingen kan nakomen. Dit heeft als gevolgd dat de tussenkomst van de gemeente in het kader van het thesauriebeheer van het OCMW niet gebudgetteerd wordt, maar wel jaarlijks geboekt wordt in de resultaatverwerking bij de jaarrekening. De gemeente verleent een tussenkomst in het boekhoudkundig tekort van basis van het budgettair resultaat van het boekjaar van het OCMW.
De jaarrekening wordt vastgesteld voor 30 juni van het boekjaar volgend op het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft.
Die besluitvorming kan het best als volgt verlopen:
• de raad voor maatschappelijk welzijn stelt eerst zijn deel van de gezamenlijke jaarrekening vast;
• de gemeenteraad stelt vervolgens zijn deel van de gezamenlijke jaarrekening vast;
• de gemeenteraad keurt ten slotte het deel goed dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld en stelt zo de gezamenlijke jaarrekening van de gemeente en het OCMW definitief vast.
Het ontwerp van geconsolideerde jaarrekening bevat volgende documenten:
Toelichting van de heer Joris Defour, waarnemend financieel directeur.
niet van toepassing
Christophe Vancoillie: wat is de huidige stand in verband met de financieel directeur?
Renzo Callant: de realisatiegraad is groter dan vorige jaren. Niet uitgevoerde zaken worden doorgeschoven, maar zijn de zaken van 2018-2019 uitgevoerd? Er zijn geen kredieten meer van 2019 tenzij van lopende investeringskredieten die niet uitgevoerd zijn. Welke zaken zijn overgedragen vanuit andere jaren?
Joris Defour: de kredieten zijn steeds opgeschoven geweest. Met BBC2020 is er een nieuwe werkwijze, nu is er bijvoorbeeld geen budget meer maar een aanpassing van het meerjarenplan. Nu moeten de kredieten niet meer hernieuwd worden, maar worden ze overgedragen.
Chris Marreel: Concreet heeft het wellicht veel te maken met wegenwerken: plannen worden vooropgesteld, maar de uitvoering is niet altijd gebeurd.
Bart Verhelle: de leningslast per inwoner is gelijk gebleven wan er zijn geen nieuwe leningen opgenomen. Maar de leningslast zou dan toch moeten dalen, omdat je toch aflossingen doet?
Joris Defour: Dit wordt nader bekeken. Wellicht is de constructie van de overname van riolering en openbare verlichting de reden.
Artikel 1
De jaarrekening voor het boekjaar 2020 van het deel van het OCMW wordt samen met de verplichte bijlagen vastgesteld.
De financiële toestand van de jaarrekening voor het boekjaar 2020 van het deel van het OCMW is als volgt:
Het budgettaire resultaat boekjaar van het deel van het OCMW bedraagt -78 338 euro.
Het gecumuleerde budgettaire resultaat van het vorig boekjaar van het deel van het OCMW bedraagt 2 993 991 euro.
Het gecumuleerde budgettaire resultaat van het deel van het OCMW bedraagt 2 915 653 euro.
Er zijn geen onbeschikbare reserves bij het deel van het OCMW.
Het beschikbaar budgettair resultaat van het deel van het OCMW bedraagt 2 915 653 euro.
De autofinancieringsmarge van het deel van het OCMW bedraagt -258 612 euro.
De gecorrigeerde autofinancieringsmarge van het deel van het OCMW bedraagt -352 974 euro
Artikel 2
De financiële toestand van de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar 2020 is als volgt:
Het geconsolideerd budgettaire resultaat boekjaar bedraagt 2 126 605 euro.
Het geconsolideerd gecumuleerde budgettaire resultaat van het vorig boekjaar bedraagt 6 859 953 euro.
Het geconsolideerd gecumuleerde budgettaire resultaat bedraagt 8 986 558 euro.
Er zijn geen onbeschikbare reserves.
Het geconsolideerd beschikbaar budgettair resultaat bedraagt 8 986 558 euro.
De geconsolideerd autofinancieringsmarge bedraagt 1 844 946 euro.
De geconsolideerde gecorrigeerde autofinancieringsmarge bedraagt 1 942 407 euro.
Artikel 3
De geconsolideerde balans voor het boekjaar 2020 wordt vastgesteld.
Het geconsolideerde balanstotaal bedraagt 57 941 620 euro.
Artikel 4
De geconsolideerde staat van opbrengsten en kosten voor het boekjaar 2020 wordt vastgesteld.
Het operationeel overschot bedraagt 436 263 euro.
Het financieel overschot bedraagt 704 987 euro.
Het overschot van het boekjaar bedraagt 1 141 249 euro.
Artikel 5
De gemeente verleent een tussenkomst in het boekhoudkundig tekort van basis van het budgettair resultaat van het boekjaar van het OCMW, voor 2020 betekent dit: 78 338 euro.
Christophe Vancoillie: uit protest tegen de éénzijdige goedkeuring van de aanpassing van het huishoudelijk reglement zijn er geen variapunten.
Er zijn geen variapunten.
Namens OCMW-raad,
Carl Couckuyt
Algemeen directeur
Ivan Delaere
Burgemeester-voorzitter