Conform de richtlijnen van BBC 3.0 bestaat het meerjarenplan uit 4 onderdelen:
Andres Vandewalle:
Laat mij beginnen met te erkennen dat het opstellen van een meerjarenplan steeds een zeer complexe oefening is. Er moet rekening worden gehouden met regelgeving, financiële beperkingen, beleidswensen, participatie en tal van praktische uitdagingen. Onze dank gaat dan ook uit naar de volledige administratie, in het bijzonder naar Tonia en Carl, voor hun ondersteuning en toelichting bij onze vragen de voorbije dagen. We waarderen de transparantie die we via die weg hebben gekregen. We hebben het MJP grondig doorgenomen, van begin tot eind. Zoals altijd zijn er zaken waar we ons in kunnen vinden, en andere waar we bedenkingen bij hebben. Laten we beginnen met het positieve.
NPE apprecieert:
1. De methodiek achter dit plan De burgerbevraging, bestuurskrachtanalyse, inspiratienota en omgevingsanalyse vormen een degelijke basis. Het is positief dat het bestuur vertrekt vanuit data en burgerinput.
2. De aandacht voor zorg, ontmoeting en infrastructuur Investeringen in sport, welzijn, ontmoeting en sociale cohesie zijn waardevolle beleidsaccenten. De nieuwe sportsite, ‘eindelijk zeg’, is een belangrijke stap, die we als fractie al langer ondersteunen. De warme woorden over inclusie, welzijn en verbondenheid sluiten aan bij wat we zelf belangrijk vinden.
Maar – en die “maar” zal voor niemand hier een verrassing zijn – ambitie moet gedragen worden door realisme en financiële duurzaamheid. En precies daar wringt dit MJP volgens ons stevig.
We vatten onze analyse samen in vijf kernpunten:
1. Het beschikbaar budgettair resultaat (BBR) – onze financiële buffer – daalt bijna tot nul.
2. De autofinancieringsmarge (AFM) zakt structureel naar een bijzonder kwetsbaar niveau.
3. Het investeringsniveau ligt, voor een kleine gemeente als Pittem, uitzonderlijk hoog – om niet te zeggen onrealistisch hoog.
4. De investeringsontvangsten en financiering bevatten significante onzekerheden en onduidelijkheden.
5. Dit MJP toont nauwelijks aandacht voor samenwerking of schaalvoordelen, terwijl onze bestuurskracht beperkt is.
Onze voorlopige conclusie:
NPE steunt investeringen die onze gemeente vooruithelpen. Maar dit MJP reduceert onze financiële ademruimte tot een minimum, legt een disproportionele investeringslast op de schouders van onze kleine gemeente en houdt te weinig rekening met exploitatiekosten én risico’s. De vragen die we daarbij stellen komen voort uit zorg voor financiële duurzaamheid en transparantie, niet uit ideologie.
De zonet aangehaalde punten ga ik nu één voor één verder uitwerken in de diepte.
1. Het beschikbaar budgettair resultaat stort in
Volgens tabel M2 gaan we tegen het einde van deze legislatuur met een lege kas achterblijven. Van 10,6 miljoen EUR dit jaar gaan we naar 93k in 2031 – ik herhaal: van 10,6 miljoen EUR dit jaar gaan we naar 93k in 2031. Dat is een daling van 99,12% van onze financiële reserve. Voor
de slechte verstaander herhaal ik graag nog eens: dat is een daling van 99,12% van onze financiële reserve. Als we rekening houden met de inflatie, dan verdampt onze resterende buffer volledig, waardoor we dus kunnen concluderen dat onze spaarpot nul euro bedraagt tegen het einde van deze legislatuur.
Het beschikbaar budgettair resultaat is niet zomaar een technische parameter. Het BBR weerspiegelt de ruimte die onze gemeente heeft om onverwachte uitgaven of prijsstijgingen op te vangen, subsidiëringsvertragingen te overbruggen, noodsituaties te financieren of kansen te grijpen wanneer die zich voordoen. Voor een gemeentebestuur die in een niet zo ver verleden ook al in de cockpit zat bij het uitbreken van de Covid-pandemie, bij de energiecrisis en de snel stijgende kosten, is de keuze om ons BBR tot nul te herleiden dan ook op z’n zachtst gezegd opmerkelijk. Ik mis hier eerlijk gezegd de broodnodige realiteitszin. Bovendien staat financieel gezond blijven in de top 3 van de burgerbevraging, en wordt het door de meerderheid zelf in de beleidsverklaring als eerste prioriteit vermeld. Dan stel ik mij eerlijk gezegd de vraag hoe deze keuzes te rijmen vallen met die ‘zogezegde’ prioriteit.
2. De autofinancieringsmarge keldert structureel
Volgens het financieel evenwicht gaan we van meer dan een half miljoen EUR dit jaar naar een AFM van € 145.532 in 2031. Dat is het niveau waarop onze gemeente wettelijk gezien nog net niet ingrijpend moet bijsturen.
We zien geen scenario’s of alternatieve pistes in dit MJP voor eventuele gemiste subsidies, effectief lagere inkomsten uit de aanvullende personenbelasting1, vertraging in patrimoniumverkopen, stijgende exploitatiekosten, bijkomende uitdagingen rond personeel en
dienstverlening, enz. In de huidige context – waarin er van hogerhand steeds meer verwacht wordt van gemeenten én onze inkomsten structureel onder druk staan – lijkt deze marge extreem broos. De AFM kan bijzonder snel richting negatief gaan tegen het eind van deze legislatuur. En negatief, collega’s, dat mag wettelijk gezien niet.
Dat jullie binnen de norm blijven is op zich een verdienste. Maar het is duidelijk dat we op het einde van de rit financieel balanceren op de rand van wat nog verantwoord is. We halen dus zowel op het vlak van het beschikbaar budgettair resultaat als de autofinancieringsmarge de norm, maar wát stellen we ons broos op …
3. De investeringsambities zijn extreem hoog voor een kleine gemeente als Pittem
U gaat voor een record aan feestelijke openingen deze legislatuur. Want wát een onvermoeibare ambitie op het vlak van investeringen in bakstenen (zie MJP p 36-37). Een nieuwe sporthal (geraamd op 7,3 mln EUR), een Welzijnshuis (geraamd op 3,6 mln EUR), de restauratie van de Plaatsmolen en het Bivakshuis, om nog maar te zwijgen van andere patrimoniumprojecten, studies en renovaties.
Op zich hoeft dat geen probleem te zijn – investeren is niet verkeerd, integendeel. Maar helaas vinden we in dit MJP niks terug over een exploitatiestudie van de sportsite of het Welzijnshuis. Daarnaast ontbreekt ook een detailanalyse van toekomstige personeels- en onderhoudskosten en is er eveneens geen getimede fasering waaruit blijkt dat de gemaakte keuzes een bepaalde prioriteit volgen. Want, wanneer alles prioritair wordt, verliest het woord ‘prioriteit’ zijn betekenis. En last but not least: we zien een investeringsritme dat onze volledige reserve opsoupeert. Dit neigt meer naar ‘overshooting’ dan naar een gefaseerde, doordachte investeringsstrategie.
We vragen ons eigenlijk af wat onze oud-burgemeester hierover denkt. “De tering naar de nering zetten”, enfin u begrijpt wel wat ik bedoel. En dan toch nog even inzoomen op de sportsite. De nieuwe sporthal stond eigenlijk al in de vorige legislatuur gepland, toen geraamd op 4 miljoen euro. Maar, tijdens de gemeenteraad van 4 juli 2022 werd ons gemeld dat de geplande bouw uitgesteld zou worden. Tijdens die raad verklaarde schepen Vandenhende het op de volgende manier, en ik citeer: “De geraamde kostprijs voor de bouw van de nieuwe sporthal werd al geactualiseerd en steeg zo maar even van 4 miljoen naar 5 miljoen euro." Einde citaat. Vandaag bedraagt de raming voor de nieuwe sporthal 7,3 miljoen euro. Dat is niet louter inflatie: het is het gevolg van de beleidskeuze om het project destijds uit te stellen. Die keuze komt nu dubbel en dik in ons gezicht terug. Een project dat toen haalbaar was binnen een werkbaar budget, kost de gemeente vandaag miljoenen meer – en wordt volledig gefinancierd uit onze reserve die daardoor quasi leegloopt. NPE steunt de bouw van een nieuwe sporthal nog steeds. Maar dit illustreert beter dan welke tabel ook de uitzonderlijk hoge investeringsdruk die dit MJP creëert, en het gebrek aan realistische langetermijnplanning dat we hier vaststellen.
4. De investeringsontvangsten en financiering zijn onzeker en weinig transparant
Verschillende geplande inkomstenbronnen zijn momenteel nog onzeker omdat hun realisatie afhangt van toekomstige gebeurtenissen. Het betreft specifiek het verwerven van subsidies, de verkoop van patrimoniumgoederen en de implementatie van complexe financieringsmechanismen via Farys. De timing van deze inkomsten is bijgevolg moeilijk voorspelbaar. De financiële planning hangt dus aan elkaar met aannames die niet hard te maken zijn, die allesbehalve concreet zijn.
Hoewel we de technische complexiteit van de gepresenteerde financiële plannen erkennen, merken we de volgende punten van aandacht op: de potentiële impact op onze reserves is aanzienlijk, de constructie met Farys blijft onvoldoende transparant en moeilijk te doorgronden, de toekomstige exploitatiekosten die voortvloeien uit grote investeringen zijn onvoldoende bestudeerd en doorgerekend in dit MJP, en de gepresenteerde daling van de nettoschuld wordt gerealiseerd door een grote, toegestane lening op te nemen. Feit blijft: de brutoschuld stijgt richting 12 miljoen euro in 2029 – dat is het echte risico – terwijl de nettoschuld dus daalt door het inboeken van die toegestane lening. Dat is boekhoudkundig correct, maar bestuurlijk voelt dit aan alsof de schuldenlast minder zichtbaar wordt. En of men dit nu wil of niet: dit vergt duidelijkere communicatie.
Daarnaast wil ik ook aanmerken dat er in het meerjarenplan (p.51) staat dat we ‘rentekosten vermijden’ door de sportsite volledig zelf te prefinancieren. Dat klopt enkel omdat we onze volledige buffer inzetten. Tegelijk moeten we aan Farys blijkbaar wél een investeringskost van ca. 3,5%3, betalen – die in het plan zelf niet wordt benoemd. Farys werkt dus niet voor niets, al lijkt het MJP dit wel zo te doen lijken. Wij vragen dus enkel meer transparantie.
5. Uit het MJP blijkt dat Pittem alles alleen wil doen en weinig tot geen samenwerking opzoekt
In onder andere de bestuurskrachtanalyse wordt ons bestuurskrachtprobleem grondig erkend. Er wordt namelijk expliciet aangegeven dat kleinschaligheid, personeelsverloop, de pensioneringsgolf, de meer gespecialiseerde functies en infrastructuurdruk risico’s vormen voor de continuïteit en de goede werking van onze gemeente. Zo lees ik onder andere dat “men concludeerde dat er door de beperkte groeimarge van de capaciteit én de stijgende druk van de opdrachten de bestuurskracht zal dalen in de toekomst”.
Desondanks wordt in dit MJP nérgens gewag gemaakt van bvb. een intergemeentelijke samenwerking rond verdere digitalisering, gedeeld patrimonium, gedeelde expertise, gedeelde sportinfrastructuur (zwembad, andere sportaccommodatie), samenaankopen of een bovenlokale visie. Integendeel, de druk op onze gemeentelijke diensten zal door dit MJP alleen maar toenemen. In een tijd waarin kleine gemeenten overal in Vlaanderen de handen in elkaar slaan om kosten te delen, expertise te bundelen en dienstverlening te versterken, blijven we als kleine gemeente opvallend geïsoleerd. Hoewel er dus wordt gesproken over efficiëntie in dit MJP, vinden we daaromtrent geen concrete voorstellen terug. Door alle investeringen alleen te willen dragen, vergroot het gemeentebestuur zelf de financiële druk die we eerder al vaststelden. Wat is er mis met wat realisme, met efficiënt bestuur, met moderne bestuurskracht waarin kostenbeheersing één van dé speerpunten zou moeten zijn? Pas op, wij maken hier geen reclame voor een fusie. Maar het in 2025 volledig negeren van schaalvoordelen lijkt ons moeilijk te verantwoorden.
Onze conclusie: Collega’s, het gaat hier niet over ideologie. Het gaat hier over gezond bestuur. NPE is als onafhankelijke fractie niét tegen investeren. NPE is vóór investeringen die financieel houdbaar zijn, die transparant worden gefinancierd, en die passen binnen de bestuurskracht van een kleine gemeente.
Een meerjarenplan moet niet alleen warm en ambitieus zijn. Het moet ook houdbaar, verstandig en toekomstgericht zijn. Financiële voorzichtigheid is geen rem op beleid – het is de garantie dat toekomstig beleid mogelijk blijft, dus ook ná deze legislatuur.
Dus wanneer een meerjarenplan:
… het beschikbaar budgettair resultaat herleidt tot een schamele 93.000 EUR;
… de autofinancieringsmarge tot het wettelijke minimum brengt;
… alle reserves aanspreekt en tegelijk de brutoschuld laat oplopen;
… grote exploitatiekosten niet of onvoldoende transparant doorrekent;
… en geen stabiliteits- of risicobeoordeling bevat;
Dan kunnen wij dit geen duurzaam financieel beleid noemen. Wat hier voorligt, is een plan dat Pittem tot op de laatste euro uitperst, zonder buffer, zonder marge en zonder realistische financiële veiligheid. En nogmaals, NPE is niet tegen investeren, absoluut niet, maar is het opgeven van onze spaarbuffer echt dat dure Welzijnshuis waard?
De formele normen omtrent het beschikbaar budgettair resultaat en de autofinancieringsmarge worden hier vandaag gehaald, maar materieel verliezen we eigenlijk al onze financiële bewegingsruimte. Eén tegenslag is voldoende om de AFM onder nul te duwen, met alle wettelijke gevolgen van dien. Onze fractie vindt dit onvoorzichtig, ondoorzichtig en onhoudbaar. Daarom zal NPE het voorliggende meerjarenplan niet goedkeuren. We blijven echter bereid om constructief mee na te denken over een meer realistische fasering, mogelijke samenwerkingen, het versterken van onze bestuurskracht en een financieel beleid dat Pittem op lange termijn sterker maakt.
Denis Fraeyman: NPE haalde eerst aan dat onze spaarpot veel te groot was. Nu gebruiken we hem wel. De schuld blijft op lange termijn constant. De ingeschreven subsidies zijn ook zeker. Omtrent de transparantie van Farys: kost is 7,5 miljoen en we hebben overwogen om al dan niet door te gaan met Farys. De btw-recuperatie is echter een erg groot voordeel en we hebben ook de expertise niet in huis, dus we moeten extern kijken. We presenteren hier de worst case scenario. Via jaarrekeningen hopen we wel nog wat meer ruimte te krijgen. De autofinancieringsmarge daalt vooral door de leasing binnen het project sporthal. De AFM is wel positief op het einde van het MJP. De inkomsten hebben we ook minimaal ingeschat, we verwachten dat we meer inkomsten zullen hebben. De schuldengraad per inwoner zal ongeveer dezelfde zijn als nu. We hebben nog marge om meer leningen op te nemen. We bekijken het jaar na jaar, we denken in de exploitatie betere cijfers te kunnen voorleggen.
Andres Vandewalle: er wordt geen rekening gehouden met bepaalde risico’s, zoals oorlogen, crisissen, pandemie, …
Denis Fraeyman: we kunnen eventueel nog bijstellen. De spaarpot is tot stand gekomen door overschotten op de jaarrekeningen op de exploitatie. Er is financieel nog reserve, we kunnen nog bijlenen. Het welzijnshuis en de sporthal zullen er komen, dit zijn prioritaire acties en zullen jaarlijks aan de gemeenteraad voorgelegd worden.
Stijn Vandenhende: het budget voor de sporthal is de laatste jaren inderdaad gestegen. Farys past indexaties aan, onvoorziene kosten, … prijsstijgingen zijn dus voorzien, maar we hopen dat we dit niet nodig zullen hebben. We onderzochten ook verschillende financieringswijzen, hetgeen nu op tafel ligt, is het meest interessant. We kunnen nu zelf kijken wanneer we de lening aangaan en hoeveel, bij Farys kan dit niet.
Arne Min Jou: in het vorige meerjarenplan hadden we voorzien om in 2025 een budgettair beschikbaar resultaat van 1,4 miljoen euro te hebben, maar nu hebben we ongeveer 10 miljoen over.
Renzo Callant: de bedragen die we oorspronkelijk te zien krijgen, zijn altijd veel lager (LDC, sporthal, ...) . Wat is de visie rond samenwerking voor het woonzorgcentrum? Dit is een serieuze kost. Is de visie rond een dorpsrestaurant nog hetzelfde? Is een welzijnshuis wel een prioriteit?
Denis Fraeyman: we kijken dagdagelijks om samen te werken (o.a. mobiliteit, woonzorgcentrum). Schaalvergroting zou moeten leiden tot efficiënter werken. We moeten ook ons eerst ons LDC hebben. Voor de maaltijden in het LDC hebben we nog geen beslissing genomen: we kunnen dit zelf intern doen, of samenwerken met andere wzc's, De exploitatie van het LDC is voorzien in het MJP. We wachten momenteel op de subsidies.
Annick Debonné: De maaltijden zouden in principe breakeven moeten draaien.
Jarne Vervaeke: de kostprijs van de sporthal tov het welzijnshuis lijkt niet proportioneel ten opzichte van elkaar.
Denis Fraeyman: de sporthal is een andere opbouw (grote lege ruimte) dan het LDC (burelen, zalen). De sporthal is een groot gebouw, maar heeft niet veel inrichting nodig. Bij het LDC is dit anders.
Andres Vandewalle: wat is de exploitatiekost van het LDC?
Denis Fraeyman: de centrumleider zal de grootste kost zijn, maar is deels gesubsidieerd. Maaltijden zouden break even moeten zijn. De vraag en behoefte naar een LDC is er wel degelijk.
Andres Vandewalle: in de bestuurskrachtanalyse blijkt dat we als kleine gemeente toch op zoek moeten gaan naar samenwerkingsverbanden, we zien dit niet in het MJP dat er gezocht wordt naar samenwerking, de druk op het gemeentepersoneel zal erg groot zijn.
Denis Fraeyman: de sporthal zal dezelfde bezetting krijgen, de centrumleider voor het LDC is voorzien. De groendienst zal wel extra belast worden. We moeten ook goed nadenken over welke soorten we planten bijvoorbeeld.
Andres Vandewalle: tabel M1: 5 op 6 jaar geven we meer uit dan dat we ontvangen. Het is politiek gezien een heel bijzondere keuze om zo’n laag beschikbaar budgettair resultaat over te houden.
Denis Fraeyman: dat is omdat we meer investeren.
Andres Vandewalle: de milieubelasting wordt afgeschaft, maar de onroerende voorheffing wordt verhoogd (dus taxshift). Binnen de Belfiuscluster (landelijke gemeenten) zit Pittem wel hoger op gebied van onroerende voorheffing.
Denis Fraeyman: we hebben enkel het bedrag dat we minder ontvangen door het wegvallen van de milieubelasting gerecupereerd door een verhoging van de onroerende voorheffing. Door een verouderd patrimonium hebben we minder opbrengst, dus moeten we ook hogere OV heffen. De opbrengst is minder omdat ons kadastraal inkomen lager is. De gemiddelde gezinnen doen eigenlijk profijt, als de milieubelasting wordt verrekend.
Stijn Vandenhende: Ardooie trekt ook de cijfers scheef in de cluster. Ardooie heeft door groentenverwerkende bedrijven hogere KI’s.
Andres Vandewalle: zit de vergrijzing ingerekend in de personenbelasting?
Stijn Vandenhende: de cijfers zijn gebaseerd op de cijfers van het planbureau.
Andres Vandewalle: de personeelskost is stijgende, daar zitten we al eerder aan de hoge kant.
Denis Fraeyman: het woonzorgcentrum speelt daarin een grote factor.
Andres Vandewalle: de uitgaven van de politiezone stijgen +40% over de legislatuur. Van ongeveer 560.000 euro naar 787.000 euro op 6 jaar tijd.
Denis Fraeyman: we voorzien een stijging van 5% per jaar, en ook daar spelen we aan de veilige kant.
Andres Vandewalle: het strategisch vastgoedplan kost 300.000 euro: zal er ook al structureel gereageerd worden op de studie deze legislatuur?
Denis Fraeyman: De inkomsten zijn ook vrij zeker. De landbouwgronden hebben we vrij laag geraamd. LOI heeft ook meer potentieel want het gaat eigenlijk over de volledige hoek. De gevel moet wel behouden blijven, maar zelfs dan zijn er mogelijkheden.
Andres Vandewalle: 85% gaat naar regulier beleid. Het overgrote deel van de overige uitgaven gaat naar bakstenen. Daardoor is er weinig budgettaire ruimte voor verkeersveiligheid, ondernemersschap, landbouw, ... is de verhouding niet wat zoek?
Denis Fraeyman: voor de landbouw zetten we in op een bufferbekken en ook de site Ampe.
Stijn Vandehende: er zit ook wel een en ander onder regulier beleid, en daardoor niet altijd opgenomen zijn in het meerjarenplan.
Andres Vandewalle: BD4: budgetten zijn beperkt: 100.000 euro wordt voorzien in de parking Fontein. Is dit geen patrimonium?
Denis Fraeyman: we investeren 1,6 miljoen euro in BOA, we zetten vooral in op mensen en activiteiten.
Andres Vandewalle: hoe zit het met de heropfrissing van de Broeders Maristen?
Stijn Vandenhende: we voorzien 50.000 euro in het MJP en dan kunnen intern kijken welke invulling we er gaan aan geven, gelinkt aan kleinhandel, zodat we subsidies kunnen krijgen. De gemeente moet nu beslissen welke richting we uitgaan.
Renzo Callant: voor de KMO-zone Ampe moet de kasseiweg vernieuwd worden? Er is 300.000 euro voorzien: is dat voldoende?
Denis Fraeyman: dit ligt nog niet vast maar zou in samenwerking met de wvi zijn. Als het enkel bovenbouw is, is dit misschien wel haalbaar. We gaan voor uitvoering deze legislatuur. Het gaat enkel over de bovenbouw. Omtrent de verontreiniging is er nu een beschrijvend bodemonderzoek lopende. In functie van de resultaten zal OVAM een standpunt moeten innemen.
Andres Vandewalle: Pittem zit onder de rioleringsgraad van Vlaanderen.
Chris Marreel: de VMM bepaalt de doelstellingen en we kunnen daar door het project Kolonel Naessensstraat aan voldoen.
Andres Vandewalle: is de rioleringsscan van de Markt uitgevoerd?
Chris Marreel: voorlopig gaan we niet werken aan de rioleringen op de Markt. Er zitten slechte stukken in, maar voorlopig nemen we die niet onder handen. Het is geen prioriteit voor Vlaanderen en er zijn ook geen subsidies mogelijk momenteel.
Renzo Callant: wat zijn de plannen met de Kolonel Naessensstraat?
Chris Marreel: er is een voorontwerp met 1 versmalling (vroeger waren er 2 voorzien) en een asverschuiving. Er is een infovergadering geweest. Op vraag van de inwoners zijn er ook meer parkeerplaatsen voorzien.
Andres Vandewalle: het reglement omtrent masten en pylonen: dit moest eigenlijk worden stopgezet, door deelname in LEKP. Er is nu toch een jaarlijkse inkomst van 70.000 euro ingeschreven.
Stijn Vandenhende: vanuit Vlaanderen is er geen subsidie meer vanuit het LEKP, dus vallen ook de vereisten die daarmee verbonden zijn weg en mogen we toch nog heffingen heffen.
Andres Vandewalle: de bib in Egem zou sluiten?
Heidi Lievrouw: er is nog geen beslissing dat de bibliotheek zou sluiten, maar het wordt wel meegenomen in het strategisch vastgoedplan.
Jarne Vervaeke: is er een oplossing voor de vakantiewerking Egem, als de bib gesloten wordt?
Heidi Lievrouw: dat is inderdaad de oefening die we moeten maken. Wie gebruikt wat en welke oplossingen kunnen we bieden bij veranderingen?
Andres Vandewalle: een multifunctioneel sportterrein wordt onderzocht?
Stijn Vandenhende: In de Molenakker is wel vraag naar, dus we zoeken een locatie.
Andres Vandewalle: er zijn momenteel nog juridische geschillen die momenteel nog hangende zijn: is er nog nieuws?
Denis Fraeyman: er is voorlopig nog geen nieuws.
Andres Vandewalle: wat is de stand van zaken omtren de Zuiderring Tielt? Moeten we iets incalculeren in het MJP?
Denis Fraeyman: Pittem is niet tegendraads maar we gaan daarin niets financieren.
Andres Vandewalle: de evaluatie van het mobiliteitsplan zou pas na nieuwjaar gebeuren, maar we moeten dan in de pers lezen dat er toch een aanpassing zal gebeuren. We zijn niet tegen die beslissing, maar het getuigt van weinig respect naar de raadsleden om dit op die manier aan te pakken. We vragen als NPE om toch nog het volledige project te evalueren.
Denis Fraeyman: We hebben samen gezeten met de eigenaars en dus hebben we snel gehandeld.
Artikel 1
Het meerjarenplan 2026-2031 wordt vastgesteld.
Artikel 2
De kredieten van het OCMW voor het boekjaar 2026 (M3) worden vastgesteld.
| Kredieten gemeente | Uitgaven | Ontvangsten |
| Exploitatie | 6.157.398 euro | 4.938.187 euro |
| Investeringen | 2.247.500 euro | 775.000 euro |
| Financieringen | 225.552 euro | 0 euro |
Artikel 3
De kerncijfers van het meerjarenplan worden in onderstaande tabel samengevat:
| 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | |
| I. Exploitatiesaldo | 1.086.309 | 807.373 | 823.698 | 871.021 | 815.886 | 767.313 |
| II. Investeringssaldo | -3.899.671 | -2.421.980 | -4.233.026 | -3.919.668 | -521.455 | -388.289 |
| IV. Financieringssaldo | -509.069 | 2.489.453 | -513.624 | -593.212 | -606.603 | -621.781 |
| V. Budgettair resultaat van het boekjaar | -3.322.432 | 874.846 | -3.922.952 | -3.641.858 | -312.173 | -242.757 |
| VI. Gecummuleerd budgettair resultaat van het vorig boekjaar | 10.660.689 | 7.338.258 | 8.213.103 | 4.290.151 | 648.293 | 336.120 |
| IX. Beschikbaar resultaat | 7.338.258 | 8.213.103 | 4.290.151 | 648.293 | 336.120 | 93.363 |
| Autofinancieringsmarge | 461.585 | 181.066 | 194.970 | 277.809 | 209.282 | 145.532 |
| Gecorrigeerde autofinancieringsmarge | 855.669 | 622.881 | 670.872 | 515.747 | 264.530 | 284.948 |